Wandeling met de rentmeester (1)

Februari 2010: wandeling met de rentmeester

De Gorsselse Heide in de sneeuw.

Een lust voor het oog. Mooier en stiller kan natuur bijna niet zijn. Hoewel, de specht laat zich af en toe krachtig horen, alsof hij zeggen wil, wat doen die wandelaars hier in mijn territorium? Plots valt verderop onder daverend geraas een boom. Het doet even denken aan de tijd dat de hei nog dienst deed als militair terrein voor schietoefeningen. Dat is voorbij. Natuur voert de boventoon.

Het 107 hectare grote gebied met zijn hei, bos en vennen krijgt weer de kans om volledig als natuurterrein te fungeren. De Marke Gorsselse Heide, een gezelschap van particuliere organisaties en vrijwilligers, gaat het beheren. Dat is bijzonder. Vroeger kwam dit soort terreinen altijd in handen van Natuurmonumenten, het Geldersch Landschap of Staatsbosbeheer. Sinds een paar jaar kunnen ook andere particuliere organisaties of individuele agrariërs en particulieren aan bod komen. Ze zijn betrokken en kunnen natuur even goed beheren, is de redenering van de provincie Gelderland, die de particuliere initiatieven stimuleert. Net als de natuurorganisaties moeten zij voldoen aan de doelstellingen, dat voor de natuur zijn opgesteld. Het herstel moet de vochtige heide terugbrengen in de staat van 40 jaar geleden met open vennetjes, moeras, bomen, struwelen en ook hier en daar plukjes droge heide. Vanuit het Streekhuus in Zelhem beoordeelt bioloog Willem Drok namens de provincie het herstelplan en hij ziet erop toe dat alles volgens afspraak gebeurt. ‘Het samenspel met de Marke gaat uitstekend’, is zijn ervaring.

Met enige trots laat rentmeester Jacques Duivenvoorden uit Gorssel de aanwinst zien. Met stevige pas loopt hij voorop. Als rentmeester kent hij de heide op zijn duimpje. Willem Drok doet niet voor hem onder. Al in zijn jongensjaren kwam hij hier. Bij een gagel-struweel blijven ze staan. Even ruiken aan de zaadjes. Tussen de vingers fijn wrijven, zodat ze een aparte aromatische geur geven. Aan dat zaad heeft gagel de naam van toverplant te danken. Het zou uitstekend helpen bij kiespijn. Vroeger ging gagel tussen de kleren in de kledingkast om motten op afstand te houden. En bij het bierbrouwen is het een vervanger van hop, weet Willem Drok.

Het is weliswaar winter, maar de gagel en verderop de hei piepen door de sneeuw heen. Rondom de hei staan bomen. Jacques Duivenvoorden staat erbij stil en wijst. ‘Kijk eens onder die bomen. Daar groeit heide. Het bos is opgerukt, maar die stroken willen we weer vrij maken.’ Het betekent dertig meter kappen. Daar heeft de ploeg van de Agrarische Natuurvereniging ’t Onderholt straks de handenvol aan. Het kappen moet de hei eronder weer gelegenheid geven om te groeien en te bloeien. Hetzelfde gebeurt bij de verschillende vennen. Tot bijna aan de oever reiken de bomen. Hun bladval verstoort het leven in de ondiepe waterplas. Het werkt als een soort bemesting, waardoor de verkeerde planten in het water gaan woekeren. De schaduw is hinderlijk voor het bijzondere vennenleven met salamanders en kikkers. Ook hier moeten bijl en zaag hun werk doen. Dan komen die vennen weer prachtig in het licht te staan.

De rentmeester ziet het al voor zich en glimlacht bij dat vooruitzicht. Niet dat hij iets tegen bomen heeft, maar hij wil de plaatselijke natuur in oude luister herstellen. Daarbij mogen best een paar bomen blijven staan. ‘Ik heb tussen de eiken naar een paar flinke exemplaren gezocht, die we kunnen laten staan, maar dat viel tegen.’ De vennen zijn de schitterende druppels in het vochtrijke gebied. Dat vochtige is bij het wandelen te merken. Af en toe is het lopen als op een spons. De vorst zorgt er gelukkig voor dat de voeten niet in de blub zakken. Goede hoge en droge wandelschoenen zijn hier aan te bevelen. ‘Jammer dat defensie hier langs het pad gaten heeft gegraven voor de afvoer van het water. Dat had eigenlijk niet moeten gebeuren. Het hoort een zompig pad te zijn’, vindt Willem Drok. Zijn metgezel knikt. Misschien dat het nog eens in de oude staat wordt teruggebracht. Het staat nog niet in het herstelplan.

Op de winterse dag is er op de hei verder niemand te vinden. In het weekend is dat wel anders. Dan zijn hele ploegen vrijwilligers bezig in de natuur met bijvoorbeeld dennenopslag en vogelkers verwijderen. Met een man of twaalf zijn ze aan de slag. Dat schiet lekker op. ‘Allemaal vrijwilligers, die het voor een kop erwtensoep doen. En met plezier. Het is hun bijdrage aan de natuur bij hen in de buurt’, motiveert Jacques Duivenvoorden hun bijdrage. Dat is de kracht van de Marke. De gemeenschap van Gorssel en omgeving draagt het natuurgebied. Het kost veel werk om het allemaal te organiseren, maar het enthousiasme van de vrijwilligers en het besef van een ‘eigen natuurgebied’ vergoedt alles. Langzaam maar zeker is dat vuurtje aangewakkerd, nadat Gorsselnaren een jaar of acht geleden het initiatief namen om de heide te behouden. Net als Jacques P. Thijsse ruim een eeuw geleden Natuurmonumenten in het leven riep om het Naardermeer te redden, hebben de initiatiefnemers in Gorssel de Marke opgericht. De Marke was vroeger het genootschap van boeren dat het beheer van hun gezamenlijke woeste gronden regelde. Nu is de Marke de bundeling van organisaties als IVN, de Natuurwerkgroep, de Agrarische Natuurvereniging en particulieren, die het beheer van de Gorsselse Heide voor hun rekening nemen. Aanvankelijk wilde de Marke ook het voormalige militaire oefenterrein zelf kopen, maar dat heeft nu de Stichting IJssellandschap in Olst voor haar gedaan. Sinds augustus vorig jaar is ze eigenaar. Voor de provincie, op zoek naar een particuliere gegadigde, was de combinatie Marke – IJssellandschap een goede oplossing. ‘Je moet vertrouwen hebben in een partij die het beheer aan kan’, zegt Willem Drok ‘Een goed werkbare constructie’, noemt de enthousiaste rentmeester de samenwerking van Marke en IJssellandschap. Ze waarborgt het plaatselijke enthousiasme voor het natuurterrein..

Op de verharde toegangsweg bij de ingang van de schietbaan stappen Jacques Duivenvoorden en Willem Drok uit. Het hek zit op slot, maar de twee weten wel een sluipweggetje om binnen te komen. De schiettafel staat er nog evenals de telefoonhokjes, waar een loze draad uitsteekt. Bij de hoge betonnen muren met gaten, waar de soldaten doorheen moesten schieten, staat de rentmeester stil. ‘Hier maken we informatiepanelen van’. Even verderop bij een betonnen onderkomen onder de kogelvanger vertelt een bordje, dat hier een vleermuiskelder is ingericht. Bovenop de kogelvanger komt een uitkijkpost. En Jacques Duivenvoorden zinspeelt ook op een speelbos voor de kinderen en het opknappen van de waterpartij rondom de kogelvangers.

Belangrijk element in het herstel van de Gorsselse Heide is de waterhuishouding. Het moet allemaal natter worden. Het waterpeil moet omhoog. Om dat te bereiken is de medewerking van de grondbezitters rond het natuurgebied nodig. ‘Die bereidheid is er’, constateren de twee. In totaal gaat het om 15 hectare landbouwgrond, die deels omgezet worden in natuurterrein. ‘Hier komt blauw grasland. En verderop wordt een sloot verontdiept’, wijst Jacques Duivenvoorden. Willem Drok is aan het eind van de wandeling onder de indruk van wat er allemaal tot stand komt bij de Gorsselse Heide. ‘Als dat met de particulieren en de Marke allemaal lukt hebben we als provincie Gelderland een prachtig voorbeeld van particuliere natuur, die dankzij de Marke geworteld is in de gemeenschap. Dan kunnen we laten zien dat er iets moois ontstaat als mensen in een gebied zelf natuurbeheer ter hand nemen.’

Overgenomen van Naober februari 2010


  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb