Midwinterhoornwandeling 2014

Drie maal scheepsrecht? Liever niet!

Voor de derde maal op rij organiseerden IVN/Stichting Marke Gorsselse Heide de midwinterhoornwandeling over de GH, waarbij regelmatig van op enige afstand de midwinterhoorn viel te beluisteren.

midwinterhoornwandeling2014
Blazers, gidsen en bezoekers waren samen in ieder geval goed voor het getal 37.

Niet alleen de midwinterhoorn was het “onderwegthema” –met opmerkingen als:  wat draagt ie ver, wat een merkwaardige klank, gossie, dat heb ik nog nooit gehoord, wat ben ik blij, dat ik het in de krant las -  ook het Natuur Herstel Plan en een stukje geschiedenis.

Nadat stil was gestaan aan de ene zijde van het Gorsselse meertje om te luisteren naar de ‘bloazer’ aan de andere kant, liepen we naar de plek waar ooit de boerderij “Kijk-Over” enkele decennia (1830-1882) heeft gestaan. We attendeerden op de ingezaaide en inmiddels groen geworden akkertjes met winterrogge, spelt en koolzaad. Of het met de hand was ingezaaid? Ik wist het niet zeker, het had ook met een (zaai)viool gekund, waarop één van de gasten onmiddellijk vroeg of ik van een boerderij kwam. “Ja”.
Ook de uitgegroeide beuken werden besproken en bewonderd.

We liepen terug en toen verder langs het meertje, waar ik hoopte het sterrenschot - ontdekt tijdens de ‘voorwandeling’ een dag eerder -  te kunnen laten zien.
Sterrenschot, uitgebraakt door met name reigers, die kikkers met kikkerdril in hun lijfjes hadden gegeten. In het kikkerlijf is die dril zeer geconcentreerd, in de reigermaag neemt dit echter alle maagvocht van de reiger op en welt. De reiger gaat zich hondsberoerd gaat voelen en keert zijn maag om. Of de hagel van gistermiddag het had doen verdwijnen? 

Gagel, de waterhuishouding, de grootte van het gebied, freezen, klepelen, gaten dichten, de vroegere rabatten, de geschiedenis van Gerrit Slagman, het waren allemaal onderwerpen die tussen het luisteren naar de hoorn langs kwamen.

Het “pauzepunt” was binnen de “gracht”  van de bazookabaan. Onder het genot van ‘Glühwein’ en/of ‘Kinderpunch ‘ en bij twee goedbrandende vuurkorven vertelden de ‘bloazers’* over het ontstaan en de geschiedenis van het midwinterhoornblazen. Of het zijn oorsprong vindt in Germaanse feesten? In oertijden vreesden de mensen het korten van de dagen. Gedacht werd dat een wolf de zon verslond, zodat het altijd donker zou blijven. Als de god Wodan (of Odin) er in zou slagen de wolf te verdrijven, zou het licht kunnen terug komen. Toen gebruikten mensen misschien al de ossenhoorn om de god te helpen bij het verjagen van de wolf. Anderen veronderstellen, dat een hoorn werd gebruikt om boze geesten angst in te boezemen en te verjagen.

De beide hoorns werden heel lang ook als communicatiemiddel gebruikt, bijvoorbeeld om in de grensstreken smokkelaars voor de politie te waarschuwen.

Een heel nieuw leven voor de midwinterhoorn begon na de Tweede Wereldoorlog. De belangstelling werd vooral groot vanaf 1953 toen er voor het eerst wedstrijden midwinterhoornblazen werden georganiseerd.  Vooral in de Achterhoek en in Twente laten  “bloazers’ zich horen vanaf de eerste adventszondag tot en met Driekoningen (6 januari), individueel, in verenigingsverband, of zoals ons vandaag werd verteld: uitgedost in kledij uit de tijd van Charlens Dickens tijdens het Dickensfestijn in Deventer.

 - Inmiddels is het midwinterhoornblazen op 13 december 2013 toegevoegd aan de lijst van nationaal erkende volksculturen -.

Blazer Wim vertelde hoe zo’n hoorn wordt gemaakt en toonde daarbij ook de door hem gebruikte instrumenten en instrumentjes. Berken-, elzen- en wilgenhout zijn de geschiktste houtsoorten, waarbij werd opgemerkt, dat het mondstuk – de happe – bijna altijd van vlierhout wordt gemaakt. Dat ontlukte een gast de opmerking: “U bent dus een flierefluiter”. Op een vraag, hoe lang hij over het bouwen van zo’n hoorn gemiddeld doet, antwoordde Wim dat het meestal zo’n twee weken duurde, maar in werktijd ruim 30 uren. Bij verschillende hoornlengten is er sprake van verschillende klankhoogten, zoals hij daarna ook demonstreerde aan de hand van twee door hem zelf gemaakte hoorns, ontstaan door het verschil in lengte. Zijn de midwinterhoorns altijd van hout gemaakt, toch wordt het instrument als hoorn ingedeeld bij de koperblazers.

Blazer Egbert had voor de gelegenheid het hierna volgende gedicht *) geschreven, dat hij voorlas.

Hij bood zijn gehoor aan een blaaspoging te wagen. Een klein meisje bleek een natuurtalent. Probleemloos ontlokte ze de hoorn zijn sonore geluid, in tegenstelling tot een volwassene, die het instrument slechts een hees ‘gerochel’ ontfutselde.

Na nog een laatste blaasdemonstratie, de een na de ander, want je blaast niet samen, was ook deze midwinterhoornwandeling weer geschiedenis geworden.

21 december 2014

magda

*) Midwinterhoorn mijmering

De dagen donkeren door
Ondanks het verzet van uur
De donkere mantel van de nacht
Breidt zich wijder en wijder

Tot een oer-roep vanuit mistige flarden 
Zijn boodschap luid laat horen
Over weilanden en bossen
T Ni-je Lech vraagt te komen

Deze Olde Roop van jaren
Doet de verbintenis met natuur
Herleven als een perpetuum mobile
Elk jaar weer, elk jaar weer

Egbert Arkema






  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb