Gagel

“Pas in het jappenkamp leerde ik mijn kennis van kruiden waarderen” begon de biologielerares de eerste biologieles op mijn middelbare school in het Noordgroningse Warffum.
Deze biologielerares/verpleegkundige had lang in afgelegen gebieden in de tropen gewerkt. Toen de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog in het toenmalige Nederlandsch-Indië veel Europeanen in kampen onder erbarmelijke omstandigheden opsloot, kon ze vaak gebruik maken van haar “kruidenkennis” als kampgenoten ziek waren of last hadden van ernstige ontstekingen. In 1946 keerde ze terug naar Nederland en pakte haar lestaak weer op.
Vóór de eerste les wisten we al, dat ze vast en zeker zou beginnen over de vele geneeskrachtige mogelijkheden van veel planten die gewoon langs wegen, sloten en in weilanden groeien, zoals wilgen en moerasspirea.
We leerden van haar dat Egyptenaren 1550 v.Chr. al een brouwsel van wilgenbladeren maakten tegen pijn en ontstekingen en leerden ook, dat het brouwsel slecht in de maag lag. Later werd er wilgenbast gebruikt en moerasspirea omdat aan beide het werkzame salicine kon worden onttrokken. We leerden de pepermuntbloem kennen waarvan de blaadjes worden gebruikt om pepermuntolie te winnen, dat prei goed voor de urinewegen is, wanneer we gebruik moesten maken van (jonge) brandnetels en dat bijvoorbeeld gagel ontstekingen verzachtte en genas en ook bij kiespijn als pijnstiller werd toegepast.
Ook dat gagel insektenwerend is.
Dat leerden we ook in bijvoorbeeld de volgende bijnamen van dit struikje: vlooienkruid, vlooienbosje.

Tijdens een schoolfietsexcursie naar Noord Drenthe zag ik voor het eerst gagel.
Later zag ik gagel in Denemarken, en weer later in Zuid-Zweden. In een plantenencyclopedie las ik toen dat gagel niet alleen in Noord-Europa, op de Britse eilanden, maar ook in Noord-Amerika voorkomt. Ik leerde dat de Denen twijgen gebruiken bij het bereiden van “hun” Porsesnaps – gageljenever-  en de Belgen in hun gageleer (bier - in Nederland in de meeste biologische winkels verkrijgbaar). Van een vriendin van mijn moeder leerde ik de gagelbloemknop als kleurstof te gebruiken: een bijzondere gelige en soms oranje-achtige kleur was het resultaat . Tijdens mijn reizen ontdekte ik regelmatig gagel, vaak op niet verwachte plaatsen.

Toen we in de buurt van de Gorsselse Heide kwamen wonen, mocht ik ook daar gagel ontdekken.
2012 03 29 gagel

Echt verdiept had ik me nauwelijks in gagellocaties – ik wist het te vinden als ik het wilde gebruiken als kleurstof. Sinds ik gebiedsgids ben voor de al genoemde Gorsselse Heide heb ik vaak een restje wol van toen in mijn rugzak om soms dat gebruik van gagel te laten zien.




Waar gagel tot de beschermde struiken in Nederland hoort, is mijn toepassing als kleurstof uiteraard NIET meer mogelijk.







Onlangs waren we weer in Noorwegen en zagen niet alleen in de provincie Telemark  maar ook op andere plaatsen zeer veel bloeiende gagel, zowel hoog gelegen als laag langs rivieren. We bezochten de plaats Porsgrunn. Deze stad in de genoemde provincie Telemark heeft zelfs haar naam aan gagel te danken, waarschijnlijk gegeven door nonnen die hier in de middeleeuwen gagel verzamelden – ik heb niet kunnen achterhalen waarom ze gagel verzamelden, maar veronderstel, dat ze de verschillende toepassingen kenden en gebruikten.(Pors = gagel. Tot 1931 was de officiële naam Porsgrund, nu dus Porsgrunn).

Er valt veel over gagel te lezen, zowel in boeken als op internet, misschien is dit een aanzet?

Magda

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb