"Bedromen"

Toen ik kortelings met onze hond als bijna dagelijks het vlak bij ons huis gelegen natuurgebied ‘deed’, ontmoette ik een medegenieter, zeker zo oud als ik. Moeizaam liep hij met behulp van zijn beide krukken voor ons. Hij had duidelijk niet in de gaten dat wij na een kleine bocht ineens achter hem liepen. Waar bijna altijd onze hond het me niet gemakkelijk maakt hem in toom te houden als er andere wandelaars in de buurt zijn, moet hij hebben begrepen dat hier niets te begroeten viel. We vertraagden. Toen we ongeveer bij een voormalige blusvijver waren, werden we opgemerkt en we stonden alle drie stil. “O, wat leuk, u geniet ook van de wandeling. Mag ik me voorstellen…Casper “ (of het met een c of met een k is, weet ik uiteraard niet) en hij stak zijn hand uit en ik begroette hem met mijn voornaam en voegde toe dat onze Homer mij vergezelde. We werden genood gedrieën verder te wandelen, maar “mevrouw Magda, kunnen u en de hond het tempo aan mij aanpassen, ik zou het fijn vinden een stuk samen verder te wandelen?” Dus sukkelden we samen verder en stopten bij drie stoeltjes, die vooral voor Casper duidelijk zeer welkom bleken. We gingen zitten, Homer tussen ons in, alert, want ……Casper had stokken (krukken). De krukken werden verplaatst en toen had onze woef zoiets van: “oh, dan kan ik wel even lekker gaan liggen” en ontspande zich.
Waarom Casper me vroeg mee te lopen werd me in de daaropvolgende dertig minuten duidelijk.
Enkele jaren ouder dan ik had hij als kleine jongen veel op de toegankelijke dagen dit op werkdagen militaire terrein bezocht. Toen ik hem vroeg, waar hij dan woonde, vertelde hij dat hij aan de zandweg verderop woonde, en dat hij en zijn grote broer, acht jaar ouder, op zaterdagen en zondagen vaak gingen zwerven en dan eigenlijk altijd naar dit nu voormalige militaire terrein liepen. Daar was het steeds spannend, want ……….”we vonden altijd iets, zoals bijvoorbeeld een boekje, lege koperen hulzen, lege jutezakken, een keer een agenda waarin wat foto’s, groene zakdoeken en nog veel meer”. En toen was hij heel lang stil en ik wachtte omdat ik ineens het gevoel had dat er een groot verdriet zou komen. Dat hoorde ik na een lange stilte, want nadat het gezin was verhuisd naar ergens bij Arnhem waren de fijne struindagen met zijn grote broer voorbij en ….het was opnieuw stil tot ik mocht vernemen, dat de slag om Arnhem zijn grote broer met een granaatscherf had gedood toen hij in de tuin was.

“Ik kom vaak hier om mijn herinneringen vast te houden. Mevrouw Magda, ik zag je vaker maar was bang dat we elkaar tegen zouden komen en daaraan kon ik me steeds onttrekken. Langzamerhand wist ik zeker, dat het een keer van een ontmoeten zou komen. Nu is het zo ver en nu weet je, waarom ik hier regelmatig kom. Ik bedroom (wat een prachtwoord) mijn herinneringen want ik mis mijn broer nog steeds. Als ik hier ben is hij er nog weer een beetje”.

Ik stelde voor - ik had het langzamerhand zo verrekte koud - dat we zouden terug lopen en dat we bij ons thuis een kop koffie zouden drinken – zijn auto stond bij een ingang, niet eens zo ver van ons huis – omdat we dan comfortabeler konden verder praten. Zijn gezicht verstrakte – had ik soms een oneerbaar voorstel gedaan? “Nee mevrouw Magda, we groeten elkaar hier, ik hoop je weer een keer te ontmoeten, misschien ga ik dan mee, maar ………..ik heb al veel te veel gepraat.” Ik meende het te begrijpen, stond op en noodde Homer mee te komen. Van hem werd afscheid genomen “dag jongen, we zien elkaar weer” en Casper en ik gaven elkaar een hand zonder nog iets te zeggen. Ik zag dat hem de tranen over de wangen liepen………….

Maart 2018
© magda

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb