April 2013 - Boompieper [Anthus trivialis]

Toch weer iets over vogels. Zo vooral in het voorjaar is het heel fijn en voor mij rustgevend om de voorjaarszang van deze gevleugelde vrienden te beluisteren en vooral van hun gedrag te genieten. Prachtig het baltsritueel van de Boompieper. Ja dat is echt genieten van de natuur op onze Gorsselse Heide. Maar nu verder wat bijzonderheden en details van de boompieper. De boompieper is een vaste, vrij talrijke, zomerse broedvogel. De populatie dichtheid in Nederland bedroeg 40.000-50.000 broedparen, geteld door SOVON 1987, Atlas van de Nederlandse Vogels. In 1984 werden er door Vogelwerkgroep “de IJsselstreek” 15 broedterritoria op de Gorsselse Heide waargenomen. In 1969 en 1983 werden 13 broedparen geteld en 16 broedterritoria door de heer Arfman in  2004. Dus lijkt het aantal broedparen vrij stabiel. Maar er zijn zeker ook aanwijzingen voor een toename. Zo heeft onderzoeker, de heer Philippona, van 1995 tot en met 2003 het aantal territoria vastgesteld; 1995-15, 1996-20, 1997-9, 1998-19, 2000-30, 2001-34, 2002-30 en 2003-29 broedterritoria.

Het vogeltje weegt tussen 20 en 25 gram met een lengte van zo’n 14 tot 16 cm. Mannetje [♂] en vrouwtje [♀] zijn vrijwel gelijk gestreept, wat dikkere strepen op de borst en duidelijk dunnere op de flanken. Verder zijn de zijflanken geelachtig met een warmbeige borst en witachtige buik. Maar voor deze wat  specifiekere kenmerken moet je het vogeltje wel duidelijk in de kijker hebben. De vogel overwintert in Afrika en vanaf maart/april tot oktober kan deze bewoner op onze Gorsselse Heide weer worden bewonderd. Zodra je de heide opwandelt hoor je ze al. Vanuit een wat hoger punt, in de top van een boompje op het open veld begint hij zijn typische zang al fladderend naar boven om vervolgens als een parachuutje onder fluitachtige uithalen naar beneden te dwarrelen, aan het einde met hangende pootjes. Kijk maar eens goed naar dit schitterende baltsritueel en geniet ervan. Als het mannetje dan na vele zangvluchten een vrouwtje heeft versierd, wordt er een nestje gemaakt in een open bosgebied, maar ook het heideveld is favoriet. Op de grond verborgen tussen de planten en struiken wordt een nest gemaakt van gevlochten grashalmen, de binnenzijde bekleed met mos en haren. Er worden 4 á 6 variabel gestreepte, gevlekte en gekleurde eieren gelegd. Alleen het wijfje broedt 12 tot 14 dagen. De jongen worden door beide ouders verzorgd en  verlaten het nest na 12 tot 13 dagen. In sommige gevallen wordt zelfs nog aan een tweede legsel begonnen. Het voedsel van deze vogels bestaat voornamelijk uit insecten maar ook zaden worden wel genuttigd.

In Nederland komen naast de boompieper nog 6 soorten piepers voor; graspieper, duinpieper, grote pieper, oeverpieper, roodkeelpieper en waterpieper. Deze soorten komen niet op de Gorsselse Heide voor.

Maar we kennen ook vogels waarvan de naam  met “boom-” begint; allen waargenomen op onze Gorsselse Heide, zie tussen haakjes het aantal waargenomen broedterritoria.

- boomklever: leeft in wat ouder loofbos [5 broedterritoria in 2004 en 1 in 1984];

- boomleeuwerik: leefgedrag net als de boompieper [2 broed territoria 2004 en 4 in 2002];

- boomkruiper: leeft ook in de boom [2 broed territoria 1984];

- boomvalk: wordt slechts tijdens de doortrek april/mei zo nu en dan op de Gorsselse Heide waargenomen, al jagend op vooral libellen.

Hierover zal ik in mijn volgende natuurbelevenissen nog wel eens wat meer bijzonderheden  vermelden.

Geniet van wat de Gorsselse Heide ons biedt       

Herman Roelofs


  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb