Augustus 2013 - vleesetende planten

Op heidevelden en in de vennen komen soms vleesetende plantjes voor. Op onze Gorsselse Heide vind je in tamelijk groten getale het klein zonnedauw [Drosera intermedia]. Door dierlijk weefsel te verteren verkrijgen ze meer dan voldoende stikstof en organisch materiaal om  in leven te blijven. Zo slagen ze erin om in dit arme heidemilieu te overleven.

Als eerste de zonnedauw. Dit kleine plantje heeft geelgroene bladeren met rode beharing. Op het einde van de haren wordt een kleverige stof afgescheiden. Als insecten, meestal vliegjes, die stof aanraken, plakken ze eraan vast. Het blad krult zich dan langzaam rond het slachtoffer en het verteringsproces kan beginnen. Voor sommige insecten is hun lijden dan nog niet ten einde. Er zijn namelijk mieren die er zich in gespecialiseerd hebben om stukken van die insecten, die de zonnedauw in zijn dodelijke greep houdt, los te rukken en op te peuzelen.
In ons land komen drie soorten van deze familie voor: klein, lang en rond zonnedauw. Stikstofarme, natte,  zure heidevelden en veengronden zijn het geliefde voorkomengebied. Je kunt het plantje gemakkelijk ontdekken op de wat zanderige bodem. Het zijn dan roodachtige plukjes. Maar ook tussen de begroeiing valt de wat roodachtige kleur vrij snel op. De bloeitijd is van juli tot augustus met 3 tot 8 witte bloemen.



  Klein zonnedauw [bron wikipedia]

Dan nu een andere familie vleesetende planten: de blaasjeskruiden [Utricularia ssp.]. Deze vind je voornamelijk in poeltjes en kleine waterloopjes in heidegebieden. Of  deze plantjes, vooral klein blaasjeskruid,  ook in de vennen van de Gorsselse Heide voorkomen is me niet bekend, maar ik hoop van wel. Ikzelf heb zo nog niet kunnen waarnemen. Wie wel? Laat het weten.



 Blaasjeskruid [bron wikipedia]

Maar ik wil jullie de levenswijze van deze mysterieuze plantjes niet onthouden.

Blaasjeskruiden hebben geen wortels om mineralen op te nemen en moeten dus andere middelen inschakelen. Blaasjeskruid drijft op het water, maar kan zich aan andere planten vasthechten met behulp van steeltjes. De plant overwintert als een knop op de bodem van de poel. Als het lente wordt, ontluikt de knop en groeien de takken en talrijke kleine bladeren snel uit. Het zijn deze bladeren die de plant drijvend houden. De gesteelde, gele bloemen steken boven het water uit. Onder water bezit de plant talrijke kleine blaasjes, die efficiënte vallen blijken te zijn. Ze zitten zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant vol haren. Als een diertje, bijvoorbeeld een watervlo, de haren aan de buitenkant aanraakt, springt zo’n blaasje plotsklaps open. Het water stroomt naar binnen en sleurt het beestje mee. Dat gebeurt uiterst snel, in enkele honderdsten van een seconde. De watervlo wacht nu een akelige dood. In het blaasje zit een verteringszakje dat een traag verteringsproces op gang brengt, waarbij voor de plant belangrijke voedingsstoffen uit het diertje geabsorbeerd worden. Na een tijdje sluit het blaasje zich opnieuw. Groot blaasjeskruid is wellicht de meest productieve soort . Die kan zo, in de loop van één zomer, wel tienduizenden watervlooien en andere kleine waterbewoners verzwelgen. Groot blaasjeskruid komt meer voor in voedselrijke watergebieden, waarschijnlijk niet op onze Gorsselse Heide.

Nog zo’n mysterieus plantje vetblad of gewone vetblad (Pinguilcula vulgaris), dit is eveneens een vleesetende plant uit de blaasjeskruidfamilie. Voor zover mij bekend komt ook dit vetblad helaas niet op onze Gorsselse Heide voor. Mijn vermoeden is dat de Gorsselse Heide nog niet moerassig genoeg is. Wie weet wat de toekomst ons nog mag brengen?



  Bloem klein vetblad [bron Wikipedia]

De plant is in Nederland vrij zeldzaam maar bij ons in de buurt, op landgoed de Velhorst is dit bijzondere plantje op een vochtig moerasgebiedje waargenomen en wordt daar door eigenaar Natuurmonumenten gekoesterd. De plant kan 13 tot 16 centimeter hoog worden en heeft een doorgaans paarse bloem van 15 millimeter of langer, met lichtgroene, eivormige bladeren met een opgekruld randje. Ze komen altijd voor op voedselarme, vochtige gronden, meestal in moerassen. Gelijk als bij de zonnedauw bevatten de bladeren klieren die een zoete, kleverige stof afscheiden. Deze stof dient om insecten te lokken en wanneer deze eraan blijven kleven, rolt het blad zich op en worden ze verteerd. De insecten dienen als voedsel, maar de plant kan het ook zonder insecten stellen.

Ik wil toch eindigen dat we met volle teugen kunnen genieten van klein zonnedauw op onze schitterende Gorsselse Heide. Zoek het plantje vlak langs de wandelpaden in de wat nattere gebieden en vaak met dopheide in de directe omgeving.

Geniet van wat de Gorsselse Heide ons biedt
       

Herman Roelofs

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb