Mei 2014: bijen, hommels, wespen en zweefvliegen

De media staan er vol van:

- Bijensterfte vergt extra maatregelen;
- Bijenfabriek;
- Red de zoemende voedselkampioen;
- Het effect van bestrijdingsmiddelen op insecten;
- Metselbijen, echte tuinvrienden.

En ga zo maar door. Het gaat dan voornamelijk over de honingbijen, die zulke smaakvolle honing o.a. heidehoning in hun raten produceren. Maar er zijn ook nog andere insecten die zorg dragen voor de bestuiving van bloemen zodat deze vrucht kunnen schieten en zo mede zorgen voor onze voedselproductie. We zijn ons nauwelijks bewust van deze rol. Eén derde van al ons eten op de wereld is afhankelijk van bijenbestuiving.
Bestrijdingsmiddelen, intensieve landbouw, uitbreiding van het landbouwareaal en andere milieuverontreinigingen zijn allemaal factoren die een negatieve rol spelen in het leven van deze insecten. Maar ook onze hommels gaan de bijen achterna in deze bedreigingen.

Laat ik eens beginnen met welke van deze belangrijke insecten we eigenlijk kennen en wat de verschillen zijn. In “insectenvlucht” hoop ik kort wat duidelijkheid te scheppen over enkele soorten.

Overwintering
De overwintering van hommels en wespen is eigenlijk een treurig verhaal. In het najaar sterven op één na alle wespen en hommels.
De bevruchte koningin is overgebleven en heeft een veilig heenkomen gezocht. Ze heeft zich verscholen en beschermd tegen de kou. In diepe slaap verzonken brengt ze de winter door, vol bevruchte eieren. Een tamelijk riskante overlevingstactiek. De toekomst van een heel volk hangt van één enkel diertje af.
Honingbijen overwinteren in kolonie verband. Ze leggen voorraden aan van honing, een mengsel van nectar en stuifmeel. Ze teren de hele winter op deze voorraad en doen verder niet al te veel. Ze zitten op een kluit en trillen met hun vleugels om een beetje warm te blijven. Is er plotseling een warme winterdag, warmer dan acht graden,dan vliegt het hele spul uit om eventjes de darmen te legen. Daarentegen overwinteren de zweefvliegen afhankelijk van de soort, als volwassen individu, als larve of als pop.

Bijen
Iedereen kent haar wel: de honingbij, een ijverig insect. Ze leven als een volk bij elkaar.
Maar is het ook een ieder bekend dat er wel meer dan 300 soorten solitaire bijen leven?
Zo ook op onze Gorsselse Heide. Kijk maar eens goed op zanderige warme plekken, daar vind je gaatjes in de grond, het werk van solitaire bijen, zoals de pluimvoetbij.
Maar ook de metselbijen zijn uitstekende bestuivers, zelfs efficiënter in vergelijking met de honingbij. Tussen eind maart en begin juli leggen de wijfjes hun eitjes in holle plantenstengels, boorgangen in dood hout [sommige soorten in gangetjes in zanderige bodems] daarin wordt een voorraadje stuifmeel aangelegd, bevochtigd met een beetje nectar en dan het eitje erbij. Vervolgens wordt een scheidingswand van modder gemetseld en dan in de volgende kamer wordt een nieuw eitje gelegd, enzovoort. Bij het leggen van de eitjes bepaalt het vrouwtje of er straks een mannetje of een vrouwtje geboren wordt. In ieder kokertje legt ze altijd eerst eitjes met vrouwelijke genen daarna een aantal mannelijke eitjes.
De larven kruipen uit het eitje en voeden zich met het stuifmeelpapje. Het beestje blijft veilig in zijn cel en vervelt enkele keren. Eenmaal volgroeid spint de larve een bruine zijden cocon om zichzelf heen. Nog voor de winter ontpopt het diertje, maar blijft tot volgend voorjaar in zijn cocon, veilig, warm en nog steeds verzekerd van voldoende voedsel.
Nadat de metselbij is uitgevlogen herhaalt zich de cyclus. Metselbijen steken zelden of nooit, maar een niet-steekgarantie geef ik niet af.

Hommels
Hommels kunnen wel degelijk steken, maar dan alleen de vrouwtjes. Die bezitten een angel, welke geen weerhaakjes heeft net als die van een wesp. Zo kunnen ze dus vaker steken. De angel van de bij heeft daarentegen wel weerhaakjes, daarom blijft de angel achter in de steekwond. Hommels zijn zeker niet agressief, daarom worden maar weinig mensen door dit insect aangevallen. In de meeste gevallen is zo’n steek van een hommel [maar ook van bij en wesp] niet gevaarlijk, tenzij je allergisch bent. Ik persoonlijk vind het prachtige insecten, wat lomp overkomend wat voor mij ook terug te vinden is in de Latijnse naam, namelijk Bombus.
Ook hommels leven net als de honingbij en de wespen in kolonies.
Enkele bekende soorten zijn van de zeker 12 soorten voorkomend in ons land:
- de grote Aardhommel, witgedeelte aan het eind en gele band in het midden van het achterlijf;
- de wat kleinere Tuinhommel, ook een wit gedeelte aan het eind van het achterlijf, maar een gele band vooraan het achterlijf;
- de Steenhommel, weer iets kleiner dan de Tuinhommel maar met een bruinrood eind gedeelte van het achterlijf en geen gekleurde banden verder.

Wespen
Wespen behoren tot de orde van de vliesvleugeligen (Hymenoptera). Over de gehele wereld komen wel zo’n 50 duizend verschillende wespen soorten voor. Het zijn de meest voorkomende insecten. Ook de mieren behoren tot dezelfde familie.
In ons land zijn de hoornaar, Duitse wesp, galwesp, sluipwesp, plooiwesp, spinnendoder, goudwesp, urntjeswesp, bladwesp en de normale wesp te vinden. We kennen zowel sociale wespen, die leven in een kolonie (zoals plooiwesp, gewone wesp, hoornaar en Duitse wesp), als solitaire wespen (sluipwesp, graafwesp, spinnendoder, goudwesp en urntjesdoder).
De kop is vrij beweeglijk met bijtende monddelen. Twee vliezige vleugelparen.
Wespen voeden hun larven met dierlijk voedsel zoals rupsen, in het najaar gaan ze zich ook te goed doen aan zoetigheden, zoals onze limonade en ijsjes.

Zweefvliegen
Zweefvliegen behoren tot de orde van de tweevleugeligen [Diptera] en zijn familie van de muggen en vliegen. In tegenstelling tot de hommels en de bijen bezitten ze geen angel. Er zijn in Nederland geen plaatsen waar geen zweefvliegen voorkomen. In ons land zijn er ruim 350 soorten bekend.
Zweefvliegen zijn middelgrote, meest bontgekleurde vliegen. Sommige soorten lijken sprekend op bijen, wespen of hommels. Ze gebruiken dit uiterlijk om te voorkomen dat ze opgegeten worden. Zweefvliegen zijn makkelijk te onderscheiden van de bijen, wespen en hommels door de kortere antennes en maar twee vleugels in plaats van vier. Van de andere vliegen zijn zweefvliegen te onderscheiden aan de hand van de vleugel-beadering.
Ze zijn in het vroege voorjaar tot diep in de herfst te zien op zonnige en bloemrijke plekken, waarbij ze met name op ondiepe bloemen zitten zoals schermbloemen en composieten. Zweefvliegen hebben namelijk maar een korte tong om nectar op te kunnen zuigen. Ze vliegen zeer snel, maar kunnen ook onbeweeglijk in de lucht “staan”.
Vaak worden larven ingezet bij de biologische bestrijding, het zijn verwoede bladluizen-eters.

Bij een volgende “natuurbelevenis” zal ik deze insecten wel eens apart onder de loep nemen. Geniet maar eens tijdens een Gorsselse Heide-wandeling van deze nuttige diertjes en probeer maar eens een zweefvlieg te ontdekken.

Geniet van wat de Gorsselse Heide ons biedt       

Herman Roelofs

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb