Juni 2015: de heivlinder (Hipparchia semele)

Nu de lente al bijna ten einde en de zomer in aantocht is iets over onze prachtige fladderaars en wel de heivlinder. Tot nu toe heb ik deze vlinder nog niet kunnen waarnemen dit jaar in en rond onze natuurparel. Waarschijnlijk nog aan de vroege kant en de misschien wat lage temperaturen, echter de vliegtijd is ook vanaf juni, dus geduld Herman.

We kennen 2 soorten heivlinders en wel de heivlinder en de kleine heivlinder. De laatste is duidelijk zeldzamer dan de “gewone” heivlinder, de kleine heivlinder komt slechts lokaal voor op enkele vliegplaatsen op de Veluwe vooral stuifzanden en droge hei. Echter de heivlinder is veel algemener, maar ook deze soort komt merendeels voor op de wat drogere hei en heischrale graslanden. De soort staat op de rode lijst als gevoelig in ons land. Vroeger werden ze ook vaak heidezandoogjes genoemd. Het zijn dagvlinders en behoren ook tot het geslacht zandoogjes. De vleugellengte van de heidevlinder is ongeveer 26 mm. De meeste zandoogjes zijn onopvallend gekleurd en maken van deze schutkleur dankbaar gebruik. Het echte kenmerk is wel de oogvlekken op boven- en onderkant van de vleugels. Op de onderkant hebben alleen de voorvleugels een dergelijk kenmerkende oogvlek.
De vliegtijden lopen van juni tot september en soms wel tot in oktober, afhankelijk van de weersomstandigheden. Ze leven van nectar uit diverse bloemen en ook sap van bloedende bomen. De mannetjes zie je vaak zitten op een zanderige bodem, niet alleen om te genieten van de zonnestralen, maar veel meer voor de uitkijk of er niet een vrouwtje voorbij komt vliegen. Vliegt er een vrouwtje over dan komt het mannetje onmiddellijk in actie om haar te achtervolgen. Echter hun gezichtsvermogen is niet al te scherp en zo volgen ze ook wel eens een ander mannetje om na de bemerkte vergissing snel weer neer testrijken. Ja, zelfs met een fladderend stukje papier aan een stokje of touwtje kun je de mannetjes mee lokken tot vertoning van hun baltsgedrag. Maar als er een vrouwtje is, volgt er een gecompliceerd aanzoek; de “balts” kan van start gaan. Als het vrouwtje nog niet van zijn aanzoek gediend is, dan geeft ze dit meestal al tijdens de eerste toenaderingspoging te kennen door met hevig vleugelgeklap het mannetje weg te jagen. Mocht je dit ooit waarnemen geniet dan maar van dit prachtige natuurgebeuren.
Het is mij nog nooit overkomen, dat ik dat heb mogen meemaken.

juni15 heivlinder

De eitjes worden afgezet op diverse grassen, waaronder schapengras, rood zwenkgras, buntgras en gewoon struisgras. Aan de verse grashalmen kunnen de rupsen zich te goed doen, voordat ze de winter in gaan. Het zijn rupsoverwinteraars, diep verscholen in graspolletjes. De rupsen hebben een korte beharing en hebben twee spits toelopende uiteinden op het achterlijf wat er wel uitziet als een gevorkte staart. Verder hebben ze bruingroene lengte strepen.
Ze waarderen een divers vegetatie type, maar er moet wel kale bodem aanwezig zijn. Het beheer moet duidelijk gericht zijn op gevarieerde begroeiing, ruimtelijk variatie met eventueel lichte begrazing.


Vrouwtje Heivlinder: bron Wikipedia


Geniet van wat de Gorsselse Heide ons biedt       
Herman Roelofs

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb