Mei 2023; Groentje, [Callophrys rubi].

Prachtige naam, vind je niet. Maar het gaat hier om een vlinder en niet dat je nog een groentje bent of nog meer van die gezegdes met een kleur, bijvoorbeeld een blauwtje lopen.

Het groentje is een redelijk algemene dagvlinder, behorend tot de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes. De page familie is duidelijk te herkennen aan het puntje, een uitsteeksel, onderaan de achtervleugel, let er maar eens op.
Het mannetje en het vrouwtje zien er gelijk uit. Ze hebben een spanwijdte van 26 tot 30 mm. De bovenkant van de vleugels zijn bruin, de onderkant is groen. Als het vlindertje op een struik of bloem landt, dan vouwt het gelijk zijn vleugels tegen elkaar en dan is het groen goed te zien. Het lijkt dan sprekend op een blaadje. Bijvoorbeeld zittend op een berkenblaadje valt het vlindertje nauwelijks op. Met andere woorden het zijn meesters in camouflage. Bij een wat oudere vlinder [deels “afgevlogen”] is de groene kleur van de onderkant deels verdwenen.
Het leefgebied is vooral de grens van het bos; zonnige bosranden langs heidevelden. De vliegtijd is van mei tot begin juli. De vlinder slurpt nectar, van bijvoorbeeld lijsterbes, vuilboom, dopheide en braam.
Er is maar één generatie per jaar, dus die ene generatie moet dan zorg dragen voor het voortbestaan van de soort.

mei vlindertje 2

Groentje; bron Wikipedia commons; bovenkant vleugels bruin, onderkant groen

Vanaf een wat hogere struik patrouilleren de mannetjes, om een vrouwtje, wat langs komt, het hof te maken. Vaak zitten er in zo’n struik meerdere mannetjes hun kans af te wachten. Dus je kunt wel nagaan er is soms ook wel onderling heibel als een vrouwtje wordt waargenomen.
Eenmaal bevrucht, legt het vrouwtje meerdere eitjes op een waardplant. Er zijn vele waardplanten bekend, maar de belangrijkste zijn vuilboom, lijsterbes, hulst, braam, brem, bosbes, dop- en struikheide. Het eitje ziet er uit als een bolletje met vele regelmatig over het oppervlak verspreide dutjes.
De rups heeft een groen gelige kleur met een duidelijke streep over de rug met links en rechts diverse kleine uitsteeksels. Ze zijn gek op jong blad van vuilboom, bloemknoppen van de braam en bloemen van brem.
Als ze voldoende gegeten hebben kruipen ze in de strooisellaag waar ze zich verpoppen en zo, als pop, de komende winter veilig en beschermd doorbrengen.

De grootste bedreiging is de achteruitgang van hun leefgebied, vooral verbossing van de heidevelden, heischrale graslanden en kalkgraslanden. Om dit te verbeteren kunnen we denken aan het instant houden van geleidelijke overgang van bos naar heide. Ook kan het rigoureus verwijderen van opslag een negatieve rol spelen. In dit struikgewas, kleine boompjes, kunnen ze rust, veiligheid en bescherming zoeken en voor de mannetjes als uitzichtpunt om langs vliegende vrouwtjes te spotten.
Ga maar eens tijdens een wandeling op zoek naar dit prachtige vlindertje, veel succes en genieten op het prachtige heidegebied. Ik heb ze enkele keren mogen waarnemen op het brede zandpad rond de heide.

Geniet van wat de Gorsselse Heide en omgeving ons biedt. Herman Roelofs.

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb