April 2024; Hermelijn [Mustela erminea].
De zoogdieren vereniging Nederland heeft de hermelijn uitgeroepen tot zoogdier van het jaar 2024. Dit is een goede reden om het dier eens wat beter te leren kennen. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik het diertje in de vrije natuur nog nooit heb gezien. Wel zijn familie lid, de wezel, ook een marterachtige, die heb ik wel eens rond zien struinen en dan zocht onze hond onmiddellijk dekking. De hermelijn is één van de kleinste zoogdieren van ons land. Ik heb me wat moeten inlezen omtrent de leefomstandigheden van dit prachtige diertje. Het leefgebied omvat de gehele noordelijke helft van onze aardbol, als er maar voldoende dekking in de nabijheid is, zoals struiken en bossage, dus voorkeur bossen met open land dichtbij. Maar wel duidelijk minder in de buurt van menselijke bewoning. Bovendien heeft het ook de voorkeur voor wat vochtiger terrein, want het diertje kan goed zwemmen. Het aantal neemt de laatste jaren gestaag af. Dit wordt wel in verband gebracht met de intensivering van landbouw. Maar er zullen gegarandeerd nog meerdere oorzaken zijn.
Hermelijn zomerkleed; bron foto nl.wikisage.org Zoogdierenvereniging; logo, jaar van het hermelijn bron; Emily Mensink
Het slanke diertje heeft een lange behaarde staart met een zwarte pluim, grijze tot beige bruine rug en een witte buik. Bekend zijn de zomer- en wintervacht; zomerkleed zoals getoond op de foto, wit aan de onderzijde en een witte rand rondom het oor. In de winter vrijwel geheel wit gekleurd [zie foto logo]. De staart pluim blijft zwart in de winter. Waarom deze lichte kleuren? Ze weerkaatsen de zonnestralen, zo wordt de warmte beter vastgehouden. Ze verraden zich vaak door mekkerende geluiden, zeker als ze onderling aan het ravotten zijn. Bovendien verspreiden ze een sterke geur via de anaalklieren. Ze hebben een uitstekend gezichtsvermogen, maar ook reuk en gehoor zijn goed ontwikkeld. Het is een echte carnivoor. Woelmuizen en woelratten zijn min of meer het hoofdvoedsel, verder jonge konijnen, maar ook vogels en eieren, soms zelfs een mol. De fanatieke jager is vooral ‘s nachts actief, maar ook wel overdag. Ze jagen soms graag in groepjes en maken dan een soort snaterend geluid. Verder leven ze solitair en vertonen een territoriaal gedrag. Met de nodige lenigheid wordt de prooi besprongen. Een gerichte beet met de scherpe hoektanden en knipkiezen in de nek van de prooi betekent het levenseinde van zelfs grotere prooidieren. Ze nuttigen ongeveer 25% van hun lichaamsgewicht per dag. Bij voorkeur worden hersenen en lever opgepeuzeld. De rest van het kadaver is een welkome prooi voor ekster, kraai en de buizerd. We kunnen wel zeggen dat het diertje een belangrijke en stabiliserende factor in het ecosysteem is.
Enkele gegevens; mannetje ♂ vrouwtje ♀
Lengte; kop en romp samen; 20 tot 32 cm. 17 tot 27 cm.
Lengte; staart; 9 tot 12 cm. 8 tot 10 cm.
Gewicht; 150 tot 445 gram 140 tot 260 gram.
De nesten worden in gangen van mollen en woelratten gemaakt, maar ook onder takkenbossen en steenhopen. De paartijd is in februari maart. Dus vaak “viert” het beestje dit in een wit bruidstenue. Indien de klimaatomstandigheden minder geschikt zijn gaat na de bevruchting de eicel in een soort slaaptoestand. Later worden in het voorjaar 2 tot 7 jongen blind geboren, die lang onder de veilige hoede van de ouders blijven. De jongen worden eerst gezoogd, maar beginnen al vlees te nuttigen voordat de ogen geopend worden. Als de winter zijn intrede doet, gaan de jongen ieder hun eigen weegs. Hermelijnen worden gemiddeld 2 tot 7 jaar.
In onze ecologische atlas wordt het diertje niet gemeld op de heide. Wie deze “rakker” op de Gorsselse Heide en omgeving wel eens heeft waargenomen, graag even melden! Bij voorbaat dank.
Geniet van wat de Gorsselse Heide en omgeving ons biedt. Herman Roelofs
De zoogdieren vereniging Nederland heeft de hermelijn uitgeroepen tot zoogdier van het jaar 2024. Dit is een goede reden om het dier eens wat beter te leren kennen. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik het diertje in de vrije natuur nog nooit heb gezien. Wel zijn familie lid, de wezel, ook een marterachtige, die heb ik wel eens rond zien struinen en dan zocht onze hond onmiddellijk dekking. De hermelijn is één van de kleinste zoogdieren van ons land. Ik heb me wat moeten inlezen omtrent de leefomstandigheden van dit prachtige diertje. Het leefgebied omvat de gehele noordelijke helft van onze aardbol, als er maar voldoende dekking in de nabijheid is, zoals struiken en bossage, dus voorkeur bossen met open land dichtbij. Maar wel duidelijk minder in de buurt van menselijke bewoning. Bovendien heeft het ook de voorkeur voor wat vochtiger terrein, want het diertje kan goed zwemmen. Het aantal neemt de laatste jaren gestaag af. Dit wordt wel in verband gebracht met de intensivering van landbouw. Maar er zullen gegarandeerd nog meerdere oorzaken zijn.
Hermelijn zomerkleed; bron foto nl.wikisage.org Zoogdierenvereniging; logo, jaar van het hermelijn bron; Emily Mensink
Het slanke diertje heeft een lange behaarde staart met een zwarte pluim, grijze tot beige bruine rug en een witte buik. Bekend zijn de zomer- en wintervacht; zomerkleed zoals getoond op de foto, wit aan de onderzijde en een witte rand rondom het oor. In de winter vrijwel geheel wit gekleurd [zie foto logo]. De staart pluim blijft zwart in de winter. Waarom deze lichte kleuren? Ze weerkaatsen de zonnestralen, zo wordt de warmte beter vastgehouden. Ze verraden zich vaak door mekkerende geluiden, zeker als ze onderling aan het ravotten zijn. Bovendien verspreiden ze een sterke geur via de anaalklieren. Ze hebben een uitstekend gezichtsvermogen, maar ook reuk en gehoor zijn goed ontwikkeld. Het is een echte carnivoor. Woelmuizen en woelratten zijn min of meer het hoofdvoedsel, verder jonge konijnen, maar ook vogels en eieren, soms zelfs een mol. De fanatieke jager is vooral ‘s nachts actief, maar ook wel overdag. Ze jagen soms graag in groepjes en maken dan een soort snaterend geluid. Verder leven ze solitair en vertonen een territoriaal gedrag. Met de nodige lenigheid wordt de prooi besprongen. Een gerichte beet met de scherpe hoektanden en knipkiezen in de nek van de prooi betekent het levenseinde van zelfs grotere prooidieren. Ze nuttigen ongeveer 25% van hun lichaamsgewicht per dag. Bij voorkeur worden hersenen en lever opgepeuzeld. De rest van het kadaver is een welkome prooi voor ekster, kraai en de buizerd. We kunnen wel zeggen dat het diertje een belangrijke en stabiliserende factor in het ecosysteem is.
Enkele gegevens; mannetje ♂ vrouwtje ♀
Lengte; kop en romp samen; 20 tot 32 cm. 17 tot 27 cm.
Lengte; staart; 9 tot 12 cm. 8 tot 10 cm.
Gewicht; 150 tot 445 gram 140 tot 260 gram.
De nesten worden in gangen van mollen en woelratten gemaakt, maar ook onder takkenbossen en steenhopen. De paartijd is in februari maart. Dus vaak “viert” het beestje dit in een wit bruidstenue. Indien de klimaatomstandigheden minder geschikt zijn gaat na de bevruchting de eicel in een soort slaaptoestand. Later worden in het voorjaar 2 tot 7 jongen blind geboren, die lang onder de veilige hoede van de ouders blijven. De jongen worden eerst gezoogd, maar beginnen al vlees te nuttigen voordat de ogen geopend worden. Als de winter zijn intrede doet, gaan de jongen ieder hun eigen weegs. Hermelijnen worden gemiddeld 2 tot 7 jaar.
In onze ecologische atlas wordt het diertje niet gemeld op de heide. Wie deze “rakker” op de Gorsselse Heide en omgeving wel eens heeft waargenomen, graag even melden! Bij voorbaat dank.
Geniet van wat de Gorsselse Heide en omgeving ons biedt. Herman Roelofs