de Stentor 30 juni 2012

Leopold Witte op de bres voor de Gorsselse Heide

Martin Vink

stentor 300612 LeopoldWitte

Nee, we gaan het niet hebben over zijn op­treden in de komi­sche dramaserie Gooische Vrouwen. 



De rol waarmee Leopold Witte landelijke bekendheid verwierf.

 We zetten evenmin een boom op over zijn verschijning in die ande­re populaire televisieserie, Dokter Deen. Wat ons samenbrengt, is zijn warm pleidooi voor bescher­ming van de Gorsselse Heide.

 Ongeschoren, wallen onder de ogen, een vrijetijdskloffie. Een groot contrast met de onberispe­lijk geklede en bekakte Evert Lode­wijkx uit Gooische Vrouwen. Van zijn formele, brave uitstraling als Evert, is in het gesprek niets te merken. De 53- jarige Witte legt de vinger op de zere plek en trekt fel van leer.



In zijn lommerrijke tuin breekt Witte een lans voor de Gorsselse Heide. Op steenworp afstand er­van heeft de acteur, schrijver en re­gisseur, die in Amsterdam woont, een zomerhuis. De precieze loca­tie wil hij buiten de publiciteit houden. Hij zit niet op pottenkij­kers te wachten. Gemiddeld één keer per maand tuft hij naar zijn recreatiestulp in de Achterhoek. Op naar rust, stilte en de schoonheid van de natuur.

Hij werkt er ook. Schrijft voor voorstellingen en bereidt regies voor. „ Als ik hier mijn hoofd vol heb, maak ik een wandeling door de natuur en kan ik me weer con­centreren op mijn werk.” 



Witte is een gelukkig mens, geeft hij nog een typering van zichzelf.

 Wat wil je ook, als je van tijd tot tijd in het ‘mooiste stukje van Ne­derland’ mag verblijven. Tenmins­te, hij beschouwt de gemeente Lochem als ‘het mooiste stukje van Nederland’. De meanderende IJssel, de Berkel, bossen, afgewis­seld met weidse landschappen, het maakt hem bijna poëtisch.

 Zijn hart bloeit open als hij over de Gorsselse Heide loopt. Hij ver­haalt over die ene keer dat hij ’s ochtends vroeg door het natuurge­bied dwaalde. „Die weidsheid, de stilte... Dat je voelt dat je ademt, dat alle zintuigen open staan. Het gebied waar je de veranderingen van de seizoenen ervaart. Ja, daar voel ik me goed.”



Het is niet alleen rozengeur en ma­neschijn op en nabij de Gorsselse Heide. Weet ook Witte. De rust en de stilte worden nogal eens ver­stoord door - volgens hem - vooral de kartbaan.

Ook de natuur heeft er onder te lijden, voegt hij er in één adem aan toe. „ Alles van waar­de is weerloos. Planten en dieren kunnen zich niet verweren. Ze schrikken zich de pestpokken.”



Dan maakt een oorverdovend la­waai tijdelijk een eind aan ons ge­sprek. Het lijkt wel of een enorm groot laken doormidden wordt ge­scheurd en het geluid ervan tig ke­ren is versterkt.

Nee, het is geen grote groep karts die over de kart­baan scheurt. Straaljagers zijn het, waarvan het geluid door merg en been gaat.

De combinatie van natuur en kart­en motorcrossbaan in één groot ge­bied voelt voor Witte vreemd aan.

„ Je ziet natuur, je ruikt benzine en smerigheid en je hoort een pokke­herrie. Je hoofd raakt ervan in de war."

Natuurlijk wist ik dat die kart­baan er lag toen ik hier dit huis kocht. Maar de activiteiten op de kartbaan zijn daarna uitgebreid: het moest sneller en harder.

 Zijn afkeer van nu staat haaks op zijn interesse voor karts vele jaren geleden. Hij heeft ook in karts op het circuit in Eefde rondge­scheurd, zegt hij. „Toen was het nog een vriendelijke attractie. Nu komen ze zelfs van heinde en ver­re, omdat ze in Eefde met wagens mogen rijden waarmee ze verder nergens in Nederland terecht kun­nen. Dat is onrechtvaardig.

De ge­meenteraad of de provincie had dat nooit moeten toestaan.

Die tweetakt karts maken een pokke­herrie.”



Ligt de kartbaan op steenworp af­stand van zijn recreatiewoning, het motorcrosscircuit ligt hemels­breed enkele honderden meter ver­der. Ook dichtbij dus. Toch richt Witte zijn pijlen niet op de motor­crossers. „Die wedstrijden zijn meestal op de zaterdagmiddag.

Dan denk ik: die middag is voor hen. Je weet wanneer het begint en wanneer het eindigt.”



Het geluid van de karts is volgens Witte onvoorspelbaar. Het enige wat vast staat, is dat de baan op zes dagen in de week van negen tot negen open is. „Maar je weet als omwonende niet wanneer de herrie komt en wanneer die op­houdt. Dan is het even rustig en schrik je even later weer van het la­waai van de karts. Als er wedstrij­den zijn op de kartbaan, kan ik be­ter naar Amsterdam gaan. Daar is het rustiger.”



Tot grote ontsteltenis van hem en anderen heeft eigenaar Jos Bleu­mink een ruimere vergunning voor de kartbaan aangevraagd.

 Overschrijdt de baan al de geluids­normen, dan wil Bleumink die overschrijdingen nu alsnog gelega­liseerd hebben. Witte kan er met de pet niet bij. „Natuurlijk heb ik daar bezwaar tegen gemaakt.”



Toch beschouwt hij niet Bleumink of de exploitant van de kartbaan als de kwaaie genius.

De grootste boosdoener is volgens hem de Lo­chemse gemeenteraad, jaren gele­den. „Die heeft destijds zitten sla­pen. Hoe kun je nou een groene gemeente willen zijn, en in het hart van het natuurgebied de Gors­selse Heide een bestemming sport met als gebiedsaanduiding ‘geluids­zone industrie’ toestaan? Daarmee kunnen ze hun gang maar gaan.”



De Lochemse raad krijgt er van hem nog meer van langs. „Die oud-wethouder van Zutphen (Adriaan van Oosten, red.) pro­beert nu met partijen plooien glad te strijken. Door dit toe te staan, heeft de raad zijn macht uit han­den gegeven. Ik durf te stellen dat de raad daarmee de kiezers in de steek laat. De raad moet de bestem­ming terugdraaien, paal en perk stellen aan de kartbaan en de twee­takt karts verbieden.”



Toen Natuurmonumenten hem benaderde om een column *) te schrijven voor de landelijk verschij­nende periodiek Puur Natuur, hoefde hij niet lang na te denken.

 Evenmin waarover zijn bijdrage zou gaan: de Gorsselse Heide. De kop erboven luidt: ‘ De mens die van herrie maken zijn hobby heeft gemaakt, krijgt zes dagen de tijd.

 De mens die van rust houdt, krijgt slechts één dag om op adem te ko­men’.



Veel reacties zijn er op zijn co­lumn gekomen, zegt hij. Onder meer van de gemeente Lochem.

„ Die is er blijkbaar niet blij mee.

 Ze afficheert zich als groene ge­meente, maak het dan ook waar!

 Dat is op de Gorsselse Heide niet het geval. Nee, ik heb de gemeente nog niet aan de telefoon gehad.”



De timing van zijn column is goed gekozen. Provincie en gemeente buigen zich over de vele bezwaren die zijn ingediend tegen de verrui­ming van de vergunning. Het be­sluit is nog niet genomen. „Ik heb bewust mijn bekendheid voor de­ze zaak ingezet. Er wordt anders naar je geluisterd als je met je kop op televisie bent geweest. Je krijgt een podium hier, en je krijgt een podium daar, om je verhaal te doen.”

 Na zijn column in Puur Natuur is hij door diverse media benaderd.

 Hij voelt zich ineens tot woord­voerder gebombardeerd van men­sen en organisaties die de Gorssel­se Heide een warm hart toedra­gen. „Ze zullen wel weer zeggen: ‘ Daar heb je weer een westerling met zijn praatjes’. Dat is ook zo.

 Maar iemand moet het verhaal houden.”



Alles van waarde is weerloos. Planten en dieren schrikken’



Hij is acteur, schrijver en regisseur. Een BN’er.

Woont veelal in Amsterdam, heeft een recreatiehuis in de Achterhoek.

 Leopold Witte woont op steenworp afstand van de Gorsselse Heide, het motorcrosscircuit van de Hamac én de Eefdese kartbaan. In een column voor Natuurmonumenten sprong hij op de bres voor de Gorsselse Heide. „Lochem afficheert zich als groene gemeente, maak het dan ook waar.”

copyright 2012 de Stentor

foto Ab Hakeboom


*) lees de column hier

Wilt u zelf het geluid beluisteren dat de karts maken op 800 meter afstand van de kartingbaan? Klik dan hier


  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb