Vriendennieuws

Herman Roelofs (onze vice-voorzitter) schrijft van nu af aan maandelijks over wat er op de Heide te beleven is:  natuurbelevenissen.

Zijn eerste bijdrage gaat over spechten:

In Nederland komen 6 soorten van de spechtenfamilie voor, te weten

-       de kleine bonte specht [14-15 cm] zo groot als een huismus;

-       de draaihals [16-17 cm];

-       de middelste bonte specht [20-22 cm];

-       de grote bonte specht zo groot als een merel [22-23 cm];

-       de groene specht [31-33 cm];

-       en de zwarte specht iets kleiner dan de buizerd [45-47 cm].

Behalve de middelste bonte specht zijn verder alle spechten soorten al eens waargenomen op de Gorsselse Heide. De middelste bonte specht is een echte nieuwkomer, die sinds enkele jaren Nederland heeft veroverd.

Op onze prachtige heide is de grote bonte specht de meest voorkomende broedvogel van deze spechtenfamilie. In 1984 werden er 4 broedterritoria vastgesteld. De kleuren zijn opvallend zwart wit gebandeerd met vlekken en fel rode veren op voorhoofd en anaalstreek. Het voedsel bestaat uit insecten, zaden van naaldbomen en noten zoals hazelnoten, maar soms ook eieren en nestjongen van andere vogels. De noten klemmen ze vast tussen de groeven van de bast van ruwe bomen zoals eik. Ze gebruiken die plaats dan meerdere malen en eronder op de grond zien we dan ook de leeggegeten resten. We noemen dat een spechtensmidse.

Beide geslachten hakken meestal elk jaar opnieuw een nestholte in zowel naald- als loofhout, maar ze maken ook wel gebruik van nestkastjes [afmetingen ongeveer  lengte 14 x breedte 14 x hoogte 28 cm met een nestopening van ongeveer 5,5 cm]

Ze leggen vanaf midden mei meestal eenmalig 4 tot 7 gladde glanzende witte eieren. Het broeden wordt door beide geslachten uitgevoerd in 12 tot 16 dagen. De jongen zijn echte kale nestblijvers en het duurt daarna nog 18 tot 21 dagen voordat de jongen het nest verlaten. Het voedsel voor de jongen bestaat uit insecten.

Alle spechten kenmerken zich door een sterk golvende vlucht.

Als je nu in februari over de heide wandelt, denk je dat er nog niet zoveel te beleven is, maar niets is minder waar. Ik kan al genieten van de roffel van de grote bonte specht. Als je goed luistert hoor je na zo’n roffel soms nog enkele roffels op wat andere plekken meestal wat verder weg. Grote bonte spechten beantwoorden elkaar op een roffel. De roffel, liefst op wat dode hollere takken,want dat geluid draagt verder, is het teken van: dit is mijn gebied. Op deze wijze bakenen ze hun territorium, de grenzen van het toekomstige broedgebied, af. Tevens lokken ze een vrouwtje met de roffel. Je kunt het vergelijken met de zang van andere vogels.

Bij onraad maakt de grote bonte specht snelle kwetterende tonen, hetgeen wel doet denken aan die van een merel als er een poes door de tuin sluipt.


  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb