Pijpenstrootje

Pijpenstrootje

De laatste tíjd ís er heel wat aan de luchtkwalíteít gedaan, denk maar eens aan de fílters en katalysatoren van de auto's.

De zure regen zou ons milieu aantasten, maar het grootste probleem voor onze heí is toch wel de bemesting. Koeíen laten een veel hoger gehalte aan meststoffen achter t.o.v. schapen díe grazen op de hei.

In het verleden gíngen de schapen naar een stal of een afgerasterde plek voor de nacht, waar ze hun mest grotendeels achterlíeten.

De koeíen op de heí grazen wel alles lekker op, vooral als het píjpenstrootje er vers bíj staat. Een jaar later is er echter geen sprake van jonge heí, maar van jong en snelgroeíend gras. Er is natuurlijk altijd wel een enkel polletje heí dat het nog een jaartje probeert om het hoofd boven de grassen te houden.

De bodem kan zích níet op een natuurlijke wijze herstellen. Het bodemleven, een complex samenspel van bacteríën, ínsecten en schímmels, is níet opgewassen tegen deze snelle bemestíng (stíkstof) van het heídeveld.

Ook zíen we enorme aantallen van jonge dennetjes op de afgeplagde en de stukken hei.

Ik denk dat we eigenlijk mínder dennetjes moeten uíttrekken, maar net boven de grond moeten afkníppen om de grond op díe plaatsen gesloten te houden en níeuw zaad mínder snel kans te geven om te kiemen.

Het is een suggestíe van mijn kant. Ik kan er geweldíg naast zítten, maar als we níets doen dan gaat de heí zeker verloren.

Ook een punt om bij stil te blijven staan is: waar blijven onze ínsecten? Af en toe komen we nog wel bijzondere ínsecten tegen, zoals de tijgerspín. De grote koloníes met solítaíre bijen b.v. zíjn praktisch verdwenen en als de ínsecten sterven dan zal het ecosysteem ín elkaar storten en zullen ook de "pareltjes van de Gorsselse Heíde" verdwenen zijn.

Peter Schoolderman


Het bestuur van de St. VvdGH maakt de volgende aantekening:

Met bovenstaande visie op het begrazen door koeien en schapen, zijn we het in grote lijnen eens. In de hoek waar de koeien lopen ontstaat langzamerhand een compleet weiland. Ook de schapen liggen veel te lang op de zelfde plaats. De wat grotere dennnen, vanaf 20 cm en hoger, worden door de Natuurwerkgroep Gorssel bijna allemaal afgeknipt of gezaagd. Het kleine grut is ondoenlijk om die te knippen en wordt gewoon uitgetrokken. Hierbij trek je de bodem ook nauwelijks los. Het gebeurt echter inderdaad wel eens dat er een kluit aarde met een heidepol meegaat. Als dat gebeurt, wordt de pol weer op zijn plaats gelegd en vastgestampt. De bodemstructuur moet niet beschadigd worden. Maar het ontstaan van nieuwe dennetjes door zaadjes komt naar alle waarschijnlijkheid door de grote bomen langs de rand van de heide. Vanaf die plekken dwarrelen de zaadjes de hele heide over. Als met het natuurherstelplan 30 meter rondom de heide gekapt wordt scheelt dat ook al weer. Ook als de heide echt weer gaat vernatten zullen de jonge dennetjes ook geen kans meer hebben. Kijk maar op de nu nog natte lage gedeeltes, daar groeit geen den.

Wilt u reageren op deze ontboezeming van Peter? Stuur dan een email naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.


  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb