September 2012: Onze jeneverbes.

Jeneverbes [Juniperus communis] is een struik of kleine boom met een opvallend zuilvormige groeiwijze maar ook wel breed uitstoelend vanaf de grond. De smaak van de zwart-blauwe bessen heeft de plant zijn wetenschappelijke naam gegeven, afgeleid van het Keltische woord juneprus, hetgeen bitter betekent. De struik behoort tot de familie van de naaldbomen en/of coniferen en staat op de rode lijst. De invloed van vraat, wind, zand en niet te vergeten vorst is de oorzaak dat we dikwijls grillige vormen van de struik aantreffen. Op onze Gorsselse Heide is het juist deze laatste vorm, uitstoelend en is ongeveer 90 jaar oud.

De struik groeit heel langzaam omdat hij veel zijtakken vormt. Bomen bereiken in 10 jaar slechts een hoogte van 1 m. Uiteindelijk kan hij wel 10 m hoog worden. Onder gunstige omstandigheden 500 tot 2000 jaar oud worden, dus laten we zuinig zijn op die van “onze” Gorsselse Heide. Verder is de struik vooral bewaard gebleven op plaatsen waar restvormen van het historische cultuurlandschap worden beschermd. Zelfs bij Holten/Rijssen is met de aanleg van de A1 rekening gehouden met een aldaar schitterend Jeneverbessenveld.

De priemvormige naalden geven voldoende bescherming tegen diervraat.

In sommige oostelijke streken van ons land heet de struik waggelbeer, in de Achterhoek ook “waogholt” waarschijnlijk afkomstig van de Duitse naam Wacholder, maar ook de namen Dammerbes en Imbeer zijn bekend.

De jeneverbes vormt niet, zoals bij naaldbomen een zaadkegel, maar als je de struik goed bekijkt zul je groene en blauwe bessen ontdekken. De groene zijn hetzelfde jaar gevormd en krijgen het volgende jaar de blauwe kleur. De bessen ontstaan uit bloeikegels met 3-5 schubben die vergroeid raken en vlezig worden. Hun rijping duurt 3 jaar. Men gebruikt ze als specerij en bij het jenever stoken. Ze werken prikkelend op de nieren en men moet er daarom niet te veel van in het eten verwerken. Ook worden de bessen graag in de keuken gebruikt, bij het roken van ham en door de zuurkool.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De vermeerdering van de jeneverbes is zeer moeilijk. Uit de pitten in de bessen kunnen nieuwe planten ontstaan. Vogels spelen een zeer belangrijke rol in de voortplanting van de jeneverbesstruik. Als zo’n bes door (vooral) lijsters worden gegeten, verteert de pit niet tot nauwelijks in de vogelmaag, maar het vliesje wordt dusdanig door de maagsappen aangetast dat ze na het uitpoepen en op de juiste plaats terechtkomen, kunnen ontkiemen. Er wordt beweerd dat als in de buurt van een jeneverbesstruik een lijsterbes staat, onder deze lijsterbes weer jonge plantjes van de jeneverbes waargenomen kunnen worden. De lijsters foerageren van zowel de jeneverbes als lijsterbes en vliegen tussen deze besdragers heen en weer, maar moeten natuurlijk ook poepen. De bodem onder deze lijsterbes moet dan zo min mogelijk beroerd worden. Maar ook vinden we vaak in de struik het nest van gaai, de stekelige struik biedt de vogel een uitstekende bescherming.

Geniet van wat de Gorsselse Heide ons biedt                                      

Herman Roelofs

Met dank aan Peter Schoolderman voor de foto en achtergrond informatie


  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb