Maart 2014; Kikkers en padden op onze Gorsselse Heide.

Kikkers en padden vallen onder de wetenschappelijke orde Anura in de klasse van de amfibieën. Anura betekent letterlijk zonder staart en dit is het grootste verschil met alle andere amfibieën. Ze ontwikkelen wel een staart, maar deze verdwijnt tijdens de gedaanteverwisseling van visje tot volwassen dier [de metamorfose]. Amfibieën zijn koudbloedige dieren die een deel van hun bestaan in het water doorbrengen en een deel op het land. Kikkers of kikvorsen en padden, wie weet het verschil? Vroeger werden kikkers vaak kikvorsen genoemd, vooral in de wat oudere literatuur vinden we deze naam vaak terug. Het verschil tussen kikkers en padden is wat moeilijker uit te leggen. Het belangrijkste verschil is dat padden een volledig ontwikkeld orgaan van Bidder hebben, terwijl dat bij de kikkers in het verloop van de evolutie gedegenereerd is. Dit orgaan is bijzonder omdat het mannetje eicellen kan laten aanmaken en zo als het ware mannetjes in vrouwtjes kan veranderen. Kikkers overwinteren in de modder van sloten, padden kruipen in de grond, soms met groepjes bij elkaar. De padden komen in het voorjaar weer uit hun schuilplaats en trekken dan massaal naar de waterrijke gebieden waar ze geboren zijn. Hun ultieme vijand bij deze trek is dan ook de auto. Nog enkele verschillen: padden hebben een wat pokdalige huid en voelen wat ruwer aan, kikkers zijn over het algemeen veel gladder, padden lopen wat meer terwijl kikkers veel beter springen. De vochtige heide is bij voorkeur het leefgebied voor de heidekikker, groene en bruine kikker, maar ook de gewone pad en soms de rugstreeppad. Bij zowel de kikkers en de padden zijn de vrouwtjes duidelijk groter dan de mannetjes. Goed te zien bij de paddentrek in het voorjaar, je ziet dan vaak een vrouwtjespad met het mannetje op haar rug.

Heidekikker [Rara arvalis]. Leeft vooral in veenmoerassen, vochtige heidevelden, blauwgraslanden en duinpannen. In de paartijd, maart en april, is het mannetje blauwachtig van kleur en na de paring en bevruchting legt het vrouwtje tot 2000 eieren in 1 of 2 bolvormige hoopjes in het water. Daarna wordt het water verlaten om er in de herfst terug te keren en te overwinteren.
maart14 heikikker
De metamorfose duurt ongeveer 2 tot 3 maanden en het amfibie is geslachtsrijp na 3 jaar. Op het land is het een nachtdier, maar jonge exemplaren zijn ook overdag actief. Leeft van insecten, slakken, wormen enz.












Bron wikipedia, heikikker


Bruine kikker [Rara temporaria].
De bruine kikker, zo’n 10 cm lang, is heus niet altijd bruin maar ook wel geel, zelfs rood, en soms wel of niet gevlekt. De paring vindt al plaats in maart. Eind januari dit jaar was er bij Vara’s Vroege Vogels al een waarneming van kikkerdril van de bruine kikker. De metamorfose is compleet na 2 tot 3 maanden, maar het is ook bekend dat de dikkopjes ook in het water kunnen overwinteren. Het is een echt nachtdier.
Eet voornamelijk klein dierlijk voedsel zoals insecten, spinnen en wormen.

Groene kikker [Rana esculenta].
De groene kikker is geelgroen van kleur met donkere vlekken en 3 overlangse strepen op rug en buik en is de bekende “boerennachtegaal”. De twee keelblazen zijn goed waarneembaar bij de groene kikker, daarentegen bij de bruine kikker liggen deze keelblazen inwendig. De voortplanting van de groene kikkers valt veel later dan die van de bruine kikkers en wel pas in mei. Mannetje 7,5 cm lang, vrouwtje 13 cm. In mei/juni worden wel 2000 tot 3000 eieren gelegd in kluiten of klompen [kikkerdril of kikkerrit genoemd]. De dikkopjes komen na 5 tot 6 dagen uit, terwijl de daaropvolgende complete metamorfose zo’n 130 dagen in beslag neemt. Vanwege de late paring en de groei tot volwassen exemplaren overwinteren dikkopjes soms in de modder, terwijl de jonge dieren ’s winters in droge ruigtes wegkruipen. Voedsel bestaat voornamelijk uit insecten, wormen en spinnen, maar soms ook kleine visjes.

Gewone of bruine pad [Bufo bufo].
De gewone pad is in geheel Europa en Azië algemeen. Het diertje wordt 12 cm lang, maar in het zuiden kan de grootte wel zo’n 20 cm bedragen. Het is een nachtdier en leeft vooral in bossen, akkers en tuinen, maar ook kelders behoren wel tot het leefgebied.
maart14 bruine-pad
Ze overwinteren in droge holen in de grond. In de paartijd, in het voorjaar, trekken ze massaal naar hun geboorte-gebieden, waterrijke plekken. Het wijfje legt 2 snoeren elk van 1200 tot 6000 eieren, welke door beide ouders om waterplanten gewikkeld worden. De dikkopjes komen na 12 dagen uit en daaropvolgende metamorfose duurt 77 tot 91 dagen. De jonge dieren verlaten het water dan en groeien dan langzaam op. Voedt zich voornamelijk met insecten, slakken, wormen en bij uitzondering ook wel met kleine amfibieën.







Bron wikipedia, gewone pad

Geniet van wat de Gorsselse Heide ons biedt       

Herman Roelofs

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb