Januari  2016: uilen

Afgezien van dwaalgasten zijn de volgende uilensoorten de meest voorkomenden:

- de kleinste is het steenuiltje [23-27 cm],
- dan de ransuil [31-37 cm],
- kerkuil [33-39 cm],
- velduil [33-40 cm],
- bosuil [37-43 cm],
- en onze grootste: de oehoe [59-73 cm].

Aan de kleur van de oogring kun je vaststellen of het meer een nachtvogel dan wel een dagvogel is. Des te lichter de oogringen des te meer een dag- of schemerjager, terwijl uilen met een donkere oogring meer het jagen tijdens de nachtelijke uren prefereren. Zo hebben de steenuil en de velduil gele oogringen, de ransuil en de oehoe oranjeringen, terwijl bij de kerkuil en de bosuil de oogringen naar bijna zwart neigen. De ogen van de uilen staan recht naast elkaar vast in de oogkast en kunnen niet naar links en rechts draaien. Dit kijken naar een bepaalde richting doen ze door hun kop te draaien. Vaak goed te zien bij een steenuil, deze draait de kop naar links en rechts en op en neer. Dit laatste om de afstand en de grootte te bepalen.
De oren van de uilen zijn uiterst gevoelig, ze horen een muis lopen voordat ze die zien. Verder zijn de oren relatief zeer groot en beslaan vrijwel de gehele zijkant van de kop. Ze zijn niet zichtbaar omdat ze geheel onder de veren verscholen zitten. De duidelijk zichtbare oorpluimen bij de oehoe en ransuil hebben dus niets met de echte oren van doen. Vanwege dit zeer gevoelige gehoor moeten ze geruisloos kunnen vliegen. Elk uileveertje bezit een laagje fijn dons. De met veren beklede poten hebben scherpe klauwen. Ze kunnen de tenen ver uitspreiden zodat ze de prooi stevig kunnen vastgrijpen.
Uilen eten hun prooi met huid en haar op. Deze haren en botten verteren niet. Deze resten worden samengebald in de maag en uitgebraakt: de braakballen of uilenballen. Uilenballen pluizen geeft een goed inzicht wat de uil als voedsel bemachtigt. Dit kunnen we zien aan de diverse botjes, schedeltjes en snavels.
jan16 bosuil jan16 ransuil
Bosuil      Ransuil
Op ons natuurpareltje, de Gorsselse Heide, zijn de laatste jaren de bosuil en de ransuil waargenomen. Of ze er ook gebroed hebben is niet duidelijk, maar de bosuil waarschijnlijk wel.
* Bosuil  Het zijn echte standvogels en holenbroeders. Ze blijven bijna hun hele leven in hetzelfde bos en kunnen wel 17 jaar oud worden. Voedsel vooral muizen en insecten. Bosuilen komen in twee verschillende kleuren voor, namelijk roestbruin en grijsbruin.
* Ransuil  Voedsel voornamelijk muizen [weinig spitsmuizen] en ratten, maar ook kleine insecten en kleine vogels laten ze zich niet ontgaan.
Naast de oranje gele ogen herken je deze soort aan de opmerkelijke oorpluimen. Ze bouwen zelf geen nest, maar broeden voornamelijk in oude nesten van zwarte kraai, eksters en roeken.

Geniet van wat de Gorsselse Heide ons biedt       
Herman Roelofs

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb