Juli 2016: mieren

In onze Ecologische Atlas van de Gorsselse Heide zijn tot op heden slechts de rode bosmier [Formica polyctena] en de zwarte bosmier [Formica fusca] opgenomen. Ik ben er van overtuigd dat er meerdere mierensoorten op onze natuurparel voorkomen, maar het ontbreekt mij aan [inventarisatie]kennis om hier onderzoek naar te doen.
Bijvoorbeeld bij de vlinderfamilie, mierenblauwtjes [Maculinea] waaronder het gentiaanblauwtje, zijn knoopmieren [Myrmica] een onmisbare schakel in de instandhouding van deze soorten. Van de mierenblauwtjes is het gentiaanblauwtje ooit op de Gorsselse Heide waargenomen. De rupsen scheiden een zoete stof af waar mieren verrukt op zijn. Door de mieren worden ze zodoende geaccepteerd in hun nest, gevoed door de mierenwerksters met o.a. mierenlarven. De meest bekende knoopmieren zijn  de rode steekmier, bossteekmier, ruwknoopmier, zandsteekmier en kokermier. Deze knoopmieren zijn te onderscheiden van de andere mierengeslachten, doordat het borststuk met het achterlijf verbonden is met twee bolletjes. Bij alle andere mierensoorten bestaat deze verbinding uit één of twee schubben of slechts één bolletje. In tegenstelling tot de bosmieren zijn er geen soldaten en zijn knoopmieren niet agressief en bijten zelden. Veel van de Nederlandse namen voorspellen echter anders, “steekmier”. Of sommige soorten ook op onze Gorsselse Heide voorkomen is mij onbekend. Misschien is er iemand die hier meer informatie en kennis over heeft. We houden ons aanbevolen.

Mieren zijn een succesvolle sociale insectengroep, vaak aangeduid als maatschappij zonder managers. Over de gehele wereld leven ongeveer 9500 mierensoorten ofwel 0,5% van alle soorten op aarde zijn mieren. Hun aantallen zijn enorm evenals hun biomassa. Er zijn schattingen dat het gewicht aan mieren op aarde ongeveer even groot is als het gewicht aan mensen! Mieren zijn echte alleseters, ze vervolgen en vangen elk levend insect in zeker een omtrek van 20 meter rondom hun nest. Maar ook zijn het veeteelthouders, ze melken graag luizen door op het luizenlijf te trommelen en zodoende de zoete honingdauw te bemachtigen. In sommige streken op aarde doen de mieren ook aan schimmel-culturen, ze verzamelen bepaalde soorten bladeren, waarop ze in het nest een schimmelcultuur kweken.
Mieren zijn goed geïnformeerd over hun omgeving en communiceren met geur- en smaakstoffen. Ze herkennen elkaar aan de gemeenschappelijke nestgeur. Buiten hun nest leggen ze sporen uit, chemische spoorvolgferomenen en bepalen zo hun meest efficiënte route.
De rode bosmier, ook wel kale rode bosmier genoemd, is gemiddeld zo’n 4 tot 11 mm groot en is zeer algemeen. Zo kennen we bouwtransport van dennennaalden, brokjes, takjes sliertjes verdroogd mos, zie hieronder het plaatje van zo’n mierenhoop. Neem even de rust een dergelijke hoop te bekijken, dan zie je het dagelijks leven van de mieren aan je voorbij trekken en bedenk dan ook eens hoe het er binnen in het nest aan toe gaat: indrukwekkend. Houd je handrug even boven het nest en een aantal mieren zullen hun achterlijf omhoog richten om een ladinkje mierenzuur weg te spuiten richting de eventuele belager.

 

Klimaat regulatie van hun nest is ook een sociale bezigheid. Door juist bij de nestingangen te bewegen “wapperen of trillen”, sturen ze een luchtstroom door de gangen of buiten hun nest de eerste zonnestralen op vangen en die dan als warm mierenlijf snel naar binnen te transporteren. Maar ook voedseltransport van rupsen, kevers en andere prooien zijn sterk sociaal gerelateerde werkzaamheden. Ze zorgen ook voor de verspreiding van planten, zaadtransport. Aan het zaadje van bepaalde planten [stinkende gouwe bijvoorbeeld] zit een zogenaamd mierenbroodje, lekker.
Als er liefhebbers zijn die dit lezen en over veel mierenkennis bezitten, houden we ons aan bevolen voor inventarisatie gegevens.
Eventuele inventarisaties wel in voorafgaand overleg met de Stichting Marke Gorsselse Heide.

Geniet van wat de Gorsselse Heide ons biedt       
Herman Roelofs

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb