Januari 2018: gallen

Als kleine jongen was ik al verwonderd door de waarneming van de rare bulten en uitgroeisels op sommige bladeren. Ook op een roos bij ons in de tuin was een vreemd draderig uitgroeisel op een tak aanwezig in de vorm van een bol. Het leek wel wat op de bolster van een tamme kastanje. Toen ik me wat meer oriënteerde in de levende natuur, ecologie, kwam ik er al snel achter dat het gallen waren. Deze woningen van de galwespen of andere galverwekkende insecten zijn bekender dan de insecten zelf. Gallen worden door de plant zelf gevormd. De aantasting door de galveroorzaker bewerkstelligt de weefselwoekering. Deze galvormer is meestal een insect, galwesp, galmug, maar ook bladluizen, mijten en vlinders. Deze prikken een gaatje in de nerf van bijvoorbeeld het blad of in takjes en spuiten dan een stof in, die de plant aanzet tot weefselwoekering, met andere woorden celvergroting en celdeling onder invloed van de galprikkel. Vervolgens wordt er een eitje gelegd, waaruit de larve geboren wordt. In de gal wordt veel voedingsweefsel afgezet, dit is vanzelfsprekend van belang voor de larve.
We kennen open en gesloten gallen. Bij een op de grond gevallen blaadje met een knikkergal zien we een gaatje waaruit de bewoner zich een weg naar de vrije wereld heeft geknaagd. Bij de open gallen kunnen bewoners vrij in en uit bewegen.
jan18 gal eik jan18 gal beuk
Eik; bron wikipedia.org Beuk; bron ziektenenplagen.be

Let vooral op eiken, beuken, wilgen, rozen maar ook kruidachtige planten. Het roodblozende galletje aan het blad van de eik is een prachtig wonderwerk van de natuur. Verder kennen we de knoopjesgal, ananasgal, de knikkergal of galnoot aan de takjes, terwijl het lensgalletje en de roestgal ook op het blad voorkomen.
Het bekendste zijn de knikkergallen of galnoten. De veroorzaker is een galwesp. De galkamer in het midden van de bol is de leefruimte, beschermd huis en voedselkamer, van de larve. De ananasgal genoemd naar de vrucht. De schubben worden naar het midden steeds kleiner om uiteindelijk in het centrum uit te komen, daar waar de larve van slechts enkele millimeters is gehuisvest. In augustus worden de larven naar buiten geperst en vallen op de grond, als ze niet door bijvoorbeeld een insecteneter gevonden worden, duurt het nog wel 3 tot 4 jaar voordat de volwassen wesp het levenslicht ziet.
Ook op dennenhout kunnen we een gal ontdekken, het harsmannetje. Deze wordt echter veroorzaakt door een vlinder. De ontwikkeling van de gal samen met de geelbruine rups nemen twee jaar in beslag. De rups overwintert tweemaal voor hij zich verpopt en eerst in het tweede jaar treedt de overvloedige harsvorming op. De tak van de Pinus sylvestrus zwelt sterk op, de harskanalen verwijden, gevolgd door verhoogde harsproductie.

Geniet van wat de Gorsselse Heide (en omgeving) ons biedt   
Herman Roelofs 

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb