Juni 2022: Vuilboom ook wel sporkehout [Rhamnus frangula]

Vorige maand schreef ik over het boomblauwtje, de vlinder die vaak gebruik maakt van de vuilboom. Dan nu wat meer aandacht voor deze vuilboom. Het is een inheemse soort en behoort tot de wegedoornfamilie [Rhamnaceae]. Over de gehele wereld zijn er ongeveer 150 soorten bekend.
Zowel de bast als de bessen zijn licht giftig en werden vroeger toegepast als braakmiddel en om diarree op te wekken, een prima laxeermiddel. De schors is donkerbruin tot paars van kleur, het hout daarentegen is helder geel. Door het geringe asgehalte [anorganische zouten] is het hout uitstekend geschikt voor het maken van houtskool en in verpulverde vorm een bestanddeel bij de productie van buskruit. De twijgen worden gebruikt bij het maken van bijenkorven, vandaar de Friese naam ”bijspilehout”.


We kunnen vuil ”boom” beter aanduiden als struik, hij wordt namelijk zo’n 2 tot maximaal 5 meter hoog, maar heeft een belangrijke ecologische waarde. Dit laatste wil zeggen dat vele dieren, vogels en insecten, gebruik maken van de struik. Van de vogels kunnen we noemen fitis, tuinfluiter, spotvogel, maar natuurlijk ook de grote lijster, kramsvogel en fazant. De bessenetende vogels zorgen bovendien voor de verspreiding van de zaden [pitjes]. Maar het belangrijkste; het is een echte bijentrekker. Het is ook de waardplant voor de citroenvlinder en het boomblauwtje [zie natuurbelevenis mei 2022]. Bovendien worden de bladeren genuttigd door diverse motten. Samengevat zou je kunnen zeggen sporkehout is de dorpskroeg, niet alleen op de Gorsselse Heide, maar in het algemeen voor vele dieren.

jun22 vuilboom









Foto bron Pinterest.com.


De bast ruikt vies, vandaar de naam vuilboom en is te herkennen aan de witachtige kurkwratten [lenticellen], die via hun losse celstructuur de gasuitwisseling vanuit de binnenweefsels van de tak met de omgeving mogelijk maken.
De struik groeit dikwijls in gezelschap van pijpenstrootje in zure, vochtige bossen en venen. De ovale bladeren zijn gesteeld, verspreid aan de tak en hebben een toegespitste punt met een gave bladrand.
De struik heeft een lange bloeitijd van mei tot in september. De kleine, onopvallende bloemen zitten in bosjes in de bladoksels. Ze zijn klok- of kelkvormig, roomwit tot wat groenachtig van kleur. Vaak zijn er zowel bloemen als bessen [in alle stadia] aan dezelfde struik waar te nemen. Het bezoek van de vele insecten zorgt voor de bestuiving. De uit het vruchtbeginsel ontstane bessen zijn zo groot als een erwt. De kleur verandert met de rijpheid, eerst groen, daarna rood en als ze rijp zijn zwartblauw tot zwartbruin. Ze bevatten 2 tot 4-zadige steenkernen met de zaden. Ze worden als steenvruchten aangeduid.


Vanwege het gebruik in de geneeskunde [homeopathie] heeft de struik vele bijnamen zoals; kraaibessen, stinkhout, bloedhout, hondebeien, hondskers, sprokkel, sprakel, wakelenhout, maar ook buskruithout.

Geniet van wat de Gorsselse Heide en omgeving ons biedt.

Herman Roelofs

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb