Maart 2023; Fitis [Phylloscopus trochilus] en Tjiftjaf ]Phylloscopus collybita].
Elk jaar kijk en luister ik of de tjiftjaf en de fitis alweer gearriveerd zijn. Duidelijk, de tjiftjaf is de eerste en wel bij ons achter in het bos. Zo op het oog zijn beide vogels moeilijk van elkaar te onderscheiden, daarom noemen we het wel tweelingsoorten. De herkenning is voor mij alleen het geluid dat ze maken en dat is onmiskenbaar verschillend. In de literatuur schrijft men over verschillen in wenkbrauwstrepen, kleur van de poten en meer van zulke voor de leken moeilijke kenmerken. In gedrag is er wel een verschil te geven, de fitis drukt zijn staart niet naar beneden tijdens het foerageren, bij de tjiftjaf is dit wel duidelijk waarneembaar.
De tjiftjaf roept zijn eigen naam. Meestal hoog in de boom, zoals laanbomen en wat meer solitaire bomen zijn favoriet.
De fitis daarentegen laat een prachtig, muzikaal en vloeiend deuntje horen, van hoog naar laag in toonsoort. Dit zangvogeltje vindt de juist uitgelopen berken en struiken in de bosrand een geliefd biotoop. Voor zover bekend zijn er 4 kruisingen van beide soorten waargenomen.
Fitis; bron Saxifraga Piet Munsterman Tjiftjaf; bron Saxifraga Luc Hoogenstein
Het zijn trekvogels. De fitis trekt wat verder naar het zuiden dan de tjiftjaf. De tjiftjaf blijft vaak in zuid Europa, de fitis tot in noord Afrika. Misschien ook wel de reden dat de fitis wat later in ons land arriveert. Ze zijn in ons land vanaf eind maart begin april en vertrekken weer in juli september.
Fitis; bovenzijde vaal olijfgroen, gelige onderzijde, grootte 11-12 cm.
Het vrouwtje is verantwoordelijk voor de nest bouw, op de grond in het gras met een kleine vliegopening, zodat de eieren nauwelijks zichtbaar zijn.
Het vrouwtje legt 5 tot 7 eieren, wit geheel met spikkels getooid. De broedduur is 12 tot 14 dagen en de jongen blijven daarna nog zo’n 13 tot 18 dagen in het nest doorbrengen. Ze worden door beide ouders verzorgd. Het voedsel bestaat voornamelijk uit insecten.
Tjiftjaf; zoals gezegd lijkt sprekend op de fitis: ook de grootte is zo’n 11 tot 12 cm van kop tot staartpunt. Bovenzijde vaal olijfbruin met een gelige onderzijde.
Ook bij de tjiftjaf maakt het vrouwtje het nest op de grond van gras en mos met veren gevoerd. Het vrouwtje legt 4 tot 9 eieren, soms ook nog een tweede broedsel. De eieren zijn rond, glad en glanzend, wit van kleur met fijne spikkels. De broedtijd is 2 weken. De donsachtige jongen blijven daarna 2 weken in het nest en worden hoofdzakelijk door het vrouwtje van voedsel voorzien, eventueel met wat hulp van het mannetje. Het voedsel is voor zover mij bekend gelijk aan dat van de fitis.
Van beide vogels zijn de territoria op de Gorsselse Heide erg variërend. Zo werden er in 1969 van de tjiftjaf 12 territoria geteld in 2004 geen en in 2013 17 broed-plekken. Van de fitis was dit in 1969 70, in 2004 ook geen enkel geval en in 2013 59. Het blijkt uit de cijfers dat het gebied meer in trek is voor de fitis. Vooral in de bosranden met wat lagere begroeiing
Ik kan er nu al weer van genieten als de tjiftjaf hoog in de boom zit te flirten naar een vrouwtje door gevoelsmatig zijn naam te horen. Voor de fitis moet ik wat verder het bos in om zijn melodieus geluid waar te nemen. Prachtig wat kan de natuur toch mooi en bijzonder zijn.
Geniet van wat de Gorsselse Heide en omgeving ons biedt. Herman Roelofs.
Elk jaar kijk en luister ik of de tjiftjaf en de fitis alweer gearriveerd zijn. Duidelijk, de tjiftjaf is de eerste en wel bij ons achter in het bos. Zo op het oog zijn beide vogels moeilijk van elkaar te onderscheiden, daarom noemen we het wel tweelingsoorten. De herkenning is voor mij alleen het geluid dat ze maken en dat is onmiskenbaar verschillend. In de literatuur schrijft men over verschillen in wenkbrauwstrepen, kleur van de poten en meer van zulke voor de leken moeilijke kenmerken. In gedrag is er wel een verschil te geven, de fitis drukt zijn staart niet naar beneden tijdens het foerageren, bij de tjiftjaf is dit wel duidelijk waarneembaar.
De tjiftjaf roept zijn eigen naam. Meestal hoog in de boom, zoals laanbomen en wat meer solitaire bomen zijn favoriet.
De fitis daarentegen laat een prachtig, muzikaal en vloeiend deuntje horen, van hoog naar laag in toonsoort. Dit zangvogeltje vindt de juist uitgelopen berken en struiken in de bosrand een geliefd biotoop. Voor zover bekend zijn er 4 kruisingen van beide soorten waargenomen.
Fitis; bron Saxifraga Piet Munsterman Tjiftjaf; bron Saxifraga Luc Hoogenstein
Het zijn trekvogels. De fitis trekt wat verder naar het zuiden dan de tjiftjaf. De tjiftjaf blijft vaak in zuid Europa, de fitis tot in noord Afrika. Misschien ook wel de reden dat de fitis wat later in ons land arriveert. Ze zijn in ons land vanaf eind maart begin april en vertrekken weer in juli september.
Fitis; bovenzijde vaal olijfgroen, gelige onderzijde, grootte 11-12 cm.
Het vrouwtje is verantwoordelijk voor de nest bouw, op de grond in het gras met een kleine vliegopening, zodat de eieren nauwelijks zichtbaar zijn.
Het vrouwtje legt 5 tot 7 eieren, wit geheel met spikkels getooid. De broedduur is 12 tot 14 dagen en de jongen blijven daarna nog zo’n 13 tot 18 dagen in het nest doorbrengen. Ze worden door beide ouders verzorgd. Het voedsel bestaat voornamelijk uit insecten.
Tjiftjaf; zoals gezegd lijkt sprekend op de fitis: ook de grootte is zo’n 11 tot 12 cm van kop tot staartpunt. Bovenzijde vaal olijfbruin met een gelige onderzijde.
Ook bij de tjiftjaf maakt het vrouwtje het nest op de grond van gras en mos met veren gevoerd. Het vrouwtje legt 4 tot 9 eieren, soms ook nog een tweede broedsel. De eieren zijn rond, glad en glanzend, wit van kleur met fijne spikkels. De broedtijd is 2 weken. De donsachtige jongen blijven daarna 2 weken in het nest en worden hoofdzakelijk door het vrouwtje van voedsel voorzien, eventueel met wat hulp van het mannetje. Het voedsel is voor zover mij bekend gelijk aan dat van de fitis.
Van beide vogels zijn de territoria op de Gorsselse Heide erg variërend. Zo werden er in 1969 van de tjiftjaf 12 territoria geteld in 2004 geen en in 2013 17 broed-plekken. Van de fitis was dit in 1969 70, in 2004 ook geen enkel geval en in 2013 59. Het blijkt uit de cijfers dat het gebied meer in trek is voor de fitis. Vooral in de bosranden met wat lagere begroeiing
Ik kan er nu al weer van genieten als de tjiftjaf hoog in de boom zit te flirten naar een vrouwtje door gevoelsmatig zijn naam te horen. Voor de fitis moet ik wat verder het bos in om zijn melodieus geluid waar te nemen. Prachtig wat kan de natuur toch mooi en bijzonder zijn.
Geniet van wat de Gorsselse Heide en omgeving ons biedt. Herman Roelofs.