Februari 2024; Boomkruiper [Certhia brachydactyla] en Boomklever [Sitta europea].
In de cursus “Vogels kijken” van Vogelwerkgroep IJsselstreek destijds moesten de cursisten tijdens de buiten excursies extra aandacht schenken aan koolmees en pimpelmees, boomklever en boomkruiper. Speciale aandacht werd gevraagd om verschil in gedragingen en zang te ontdekken. Het is nu aan de boomklever en boomkruiper om die wat nader te beschrijven.
In de Atlas van de Nederlandse Broedvogels uit 1979 zijn het aantal broedparen van de boomklever 5000 tot 6000 en van de boomkruiper 30000 tot 50000 geschat. Ondanks dit grote verschil valt de boomklever veel sneller op tijdens de boswandeling. Dit is vooral te danken aan de luidruchtigheid van de boomklever. Ze beginnen in februari al te zingen, territorium afbakening. De boomkruiper hoor je nauwelijks en is ook nogal moeilijk in de kijker te krijgen. Beide vogels zijn standvogels, ze zijn het gehele jaar in ons gebied aanwezig.
In de ecologische atlas Gorsselse Heide zijn van beide vogels in 2013 15 territoria vastgesteld. Leuk om tijdens een wandeling dit aanstaande voorjaar wat extra aandacht aan deze vogels te schenken.
Boomklever. In Duitstalige gebieden noemt men de vogel ook wel “Blauspecht”. Het is een prachtig gekleurde vogel, bovenzijde blauwgrijs, onderzijde oranjebruin geel. Ik noemt het wel isabel kleurig. Een opvallende zwarte oogstreep met een forse snavel complementeren de kop.
Het leefgebied is oud gemengd loofbos vooral oude beuken en eiken. De grootte is 12 tot 14½ cm.
Insecten, zaden en noten zijn hun voedsel. In onze tuin scharrelt het diertje ook nog wel wat op en onder de voertafel en plukt zelfs de bessen van de hulst. Onze tuin is ook direct aan het bos gelegen.
Zoals gezegd ze zijn zeer luidruchtig. Je hoort ze al vrij snel, maar opsporen is wat moeilijker.
Opmerkelijk de vogel klimt zowel naar boven als naar beneden met
de kop omlaag langs de stam, een behendige artiest.
Het is alsof, ze tegen de stam kleven.
Het is een bewoner van boomholtes, maar ook nestkasten worden
vaak gebruikt. Als de vliegopening te groot is, wordt
deze gedeeltelijk dichtgemetseld.
Het vrouwtje legt 6 tot 9 eieren, melkwit met grote bruine vlekken.
Boomklever; bron Saxifraga-Martin Mollet De broedtijd is 14 tot 18 dagen.
Ze wordt gedurende deze periode door het mannetje van voedsel voorzien. De donzige hulpeloze nestblijvers zijn na 23 tot 25 dagen klaar om uit te vliegen. Ze worden in het nest door beide ouders gevoerd. De vogels zijn vrij standvastig, blijven vrijwel hun hele leven in hetzelfde gebied.
Boomkruiper. Een bijnaam is “grijs houtspechtje”. Ze gedragen zich als een muis, een grijs bruin gestreepte rug met een lichte buik. Opmerkelijk is het naar beneden gebogen scherpe snaveltje uitstekend om insecten tussen de boomschors uit te peuteren, het belangrijkste voedsel. In tegenstelling tot de boomklever klimt het diertje gemakkelijk en snel alleen naar boven langs de stam en takken, Eenmaal bovenin aanbelandt, vliegt het weer naar een andere boom om van onder weer opnieuw te beginnen aan de klim en het zoeken naar voedsel.
De grootte is zo’n 12 tot 13½ cm. In de winter kun je ze vaak in
groepjes waarnemen, met geluidjes houden ze onderling contact.
De vogel nestelt achter de boomschors, onder dakpannen en
achter regenpijpen, als er maar een verscholen plekje is.
Enkele jaren geleden heeft bij ons huis een paartje onder de
dakpannen voor nageslacht gezorgd. Het vrouwtje legt
6 tot 7 eieren, met op de stompe kant bruin rode vlekken.
Boomkruiper; bron Saxifraga-Piet Munsterman. De broedtijd is ongeveer 15 dagen.
Ze worden in het nest zo’n 17 dagen door beide ouders van voedsel voorzien.
Veel plezier met de observaties.
Geniet van wat de Gorsselse Heide en omgeving ons biedt. Herman Roelofs.