Artikelindex



Inleiding

In de twee jaar waarin ik ‘procesbegeleider’ voor het gebiedsproces Gorsselse Heide mocht zijn, heb ik tweemaal een tussentijds rapport uitgebracht. Op 2 oktober 2012 verscheen een ‘tussenbalans’ en op 6 juni 2013 nog een ‘brief’. Ze nog eens doorlezend, kan ik alleen maar constateren dat de toon in de tussenbalans wat optimistischer was dan in de brief van juni. Aan het slot van die laatste brief schreef ik toen de volgende serie retorische vragen:

Blijft dus vooralsnog alles bij het oude bij gebrek aan bereidheid op te schuiven? Blijft de lawaaioverlast gewoon bestaan? Blijft het parkeren voor de HAMAC en de YMCA de Deventerdijk belasten? Blijft de koude oorlog tegen de kartbaan gevoerd worden? Blijft de “schuld” voor de ontstane situatie in het verleden gezocht worden, zonder dat naar oplossingen wordt gezocht voor de toekomst?

Achteraf misschien een tikkeltje melodramatisch, maar niet van realisme gespeend, zoals uit het vervolg zal blijken. Hoe is de situatie nu? Wat is er goed gegaan, wat mis en wat is daar nog aan te doen? Die vragen hoop ik in dit document te beantwoorden. Maar eerst beschrijf ik het proces zoals ik dat beleefd hebt, met speciale aandacht voor enkele highlights.

Het proces

Een groot deel van mijn activiteiten heeft bestaan in iets wat “pendeldiplomatie” genoemd zou kunnen worden. Met alle deelnemers aan het proces (in het vervolg stakeholders genoemd) heb ik samen met Martin Overbeek verschillende malen gesproken. Bovendien is er veel per e-mail gecommuniceerd. Tweemaal heb ik alle deelnemers een tussentijds bericht gezonden (zie hierboven) en op 19 december 2012 was er een gezamenlijke avond in “’t Trefpunt”te Gorssel.

Vanaf het begin heb ik gewerkt vanuit twee uitgangspunten:
1. De HAMAC en de kartbaan zijn er, en ze mogen er ook zijn. Planologisch en vergunningstechnisch kan hun bestaansrecht niet betwist worden.
2. De door omwonenden ervaren geluidsoverlast veroorzaakt door de kartbaan is reëel – ook al valt er vanuit de milieuvergunning weinig tegenin te brengen – en zal substantieel moeten verminderen.

Met name het eerste uitgangspunt is mij lang niet altijd in dank afgenomen, maar voor een succesvol proces is aanknopen bij de realiteit effectiever dan uitgaan van een wellicht te prefereren wensbeeld.
Misschien is het goed in dit verband nog een andersoortig uitgangspunt te noemen dat ik stilzwijgend eveneens gehanteerd heb. Welbewust heb ik nooit iets gezegd over het opschorten van bepaalde rechten die burgers en bedrijven in dit land hebben, zoals het recht vergunningen aan te vragen en het recht te klagen over gebrekkige handhaving. Er was dus geen algemene “stand-still”, laat staan een door mij opgelegde eenzijdige beperking.

Na een kennismakingsronde en inventarisatie van de beleving van de uitgangspunten, de specifieke vragen en problemen, en oplossingssuggesties van de verschillende deelnemers aan het proces, kwam de eerste tegenslag. In mei 2012 bleek Karting Eefde een “correctie” op de vigerende milieuvergunning te hebben aangevraagd, die volgens gemeente en provincie op technische gronden niet geweigerd kon worden, maar die volgens de omwonenden neer kwam op een vermeerdering van de toegestane geluidsoverlast. Het probleem werd nog verergerd doordat de communicatie hierover in eerste instantie geheel buiten het gebiedsproces om ging. Het toch al bestaande wantrouwen tegen de gemeente Lochem werd hierdoor helaas nog versterkt, en de zaak waar het om ging, de correctie op de milieuvergunning, ligt ook nu (maart 2014) nog bij de rechter.
Na de eerste gespreksrondes meende ik te kunnen concluderen dat het mogelijk was het gebiedsproces te beperken tot een poging de beide hoofdproblemen rondom de Gorsselse Heide, HAMAC en Karting Eefde (KE), op te lossen. De Heide zelf was in de goede handen van de Stichting Marke Gorsselse Heide, en vereiste geen speciale aandacht van mijn kant. Sindsdien is alleen maar gebleken dat dit een juiste beoordeling van de situatie was.
Bij de HAMAC ging het gesprek vooral over een door de vereniging gewenste ontsluiting vanaf de Koekoeksweg via de Zomerdijk, en een verplaatsing van het evenementenparkeerterrein naar een perceel dat vanaf de Deventerdijk minder in het zicht lag. Dat zou sluiting van de toegang vanaf de Deventerdijk en ontlasting van de zandwegen langs de Gorsselse Heide met zich meebrengen. Dit leek mij een goede benadering en in mijn tussenbalans van oktober 2012 dacht ik dat het haalbaar was eerst deze problematiek op te lossen, alvorens de geluidsproblematiek van Karting Eefde te lijf te gaan. Zo simpel bleek het echter niet te zijn, zoals uit het vervolg bleek.

Op 1 december 2012 was er een wandeling rondom het HAMAC-terrein georganiseerd, met als doel de verschillende mogelijkheden voor de ontsluiting daarvan in situ te bekijken en te vergelijken. In eerste instantie meende ik dat de korte route die door de HAMAC werd voorgestaan zonder enige twijfel te verkiezen was boven het alternatief aangedragen door de Stichting Vrienden van de Gorsselse Heide, en dat die mening gedeeld werd door alle medewandelaars. Ook dat bleek te simpel gezien.
Voor wat KE betreft werd mij al spoedig duidelijk dat de mislukte mediatiepoging van 2006 – 2007 diepe wonden had geslagen. Het toenmalige aanbod van de eigenaar om afspraken te maken over vermindering van de geluidsbelasting is toen in de laatste fase van de gesprekken afgewezen door omwonenden, wat zonder twijfel tot een verharding van de standpunten heeft geleid, zowel bij KE en omwonenden als bij de gemeente. Psychologisch is er nog steeds weinig ruimte voor echte gesprekken. Na de plenaire avond in Gorssel heb ik zelfs geconcludeerd dat de enige partij in het hele spectrum die althans enigszins bereid was te bewegen, de Kartbaan was. Gelukkig bleek dit achteraf wat al te zwart-wit gesteld.
Ook bij KE leeft de wens van een directe ontsluiting op het verharde wegennet, in dit geval gericht op de Dortherdijk. Verkennende gesprekken hierover met enkele grondeigenaars hebben vooralsnog niet tot openingen geleid.
Wat de geluidsoverlast betreft, bleek op de plenaire avond dat KE bezig was met een plan om de kartbaan te omringen met een combinatie van geluidswallen en –schermen, terwijl voor de karts een nieuw type geluidsdemper verplicht zou worden gesteld, om zo al met al de geluidsproductie met ca 6 dba te verminderen. Een onafhankelijk onderzoek naar de effectiviteit van deze oplossing heeft tot nu toe niet tot heldere en overtuigende resultaten geleid.

Analyse van de situatie

Uit alle gesprekken en andere communicatievormen heb ik uiteindelijk de volgende conclusies getrokken omtrent de aard van de problematiek:

A. Over de kartbaan
1. De onder de milieuvergunning toegestane geluidsproductie van de kartbaan is te hoog: In het belang van de leefbaarheid in de omgeving moet die zeker naar beneden worden bijgesteld.
2. Wat bij de meeste omwonenden ontbrak was oplossingsgerichtheid. Men kwam veelal niet uit boven het steeds weer opnieuw klagen over geluids- en andere overlast, zonder dat er ideeën naar voren werden gebracht over een eventueel compromis, waar beide partijen mee zouden kunnen leven.
3. KE stelde daartegenover aan de ene kant steeds weer nieuwe initiatieven om de omzet te verhogen (survivalbaan, klimbos), die weliswaar doorgaans geen nieuwe geluidshinder met zich meebrachten, maar ook niet bijdroegen aan verbetering van de sfeer.
4. Daar staat tegenover dat de eigenaar van de kartbaan wel degelijk bereidheid heeft getoond om over allerlei aspecten van zijn bedrijfsvoering in gesprek te gaan. Die handschoen is door bijna alle deelnemers aan het proces niet opgenomen, bij gebrek aan vertrouwen in KE en de gemeente.

B. Over de HAMAC
1. Over geluidshinder bij de HAMAC wordt wel geklaagd, maar omdat die zich strikt aan de vastgestelde tijden en verdere afspraken houdt, en bovendien goed communiceert met de omgeving, is de sfeer rondom de HAMAC veel milder.
2. Het probleem van de ontsluiting van de HAMAC vanaf de Koekoeksweg blijkt veel minder gemakkelijk oplosbaar dan ik in eerste instantie dacht. De weerstand daartegen, met name van de Vrienden van de Gorsselse Heide, is voor mij niet goed te begrijpen, temeer daar het door hen voorgestelde alternatief aanzienlijk meer schade aanricht aan de natuur, en bovendien voor de HAMAC geen acceptabele oplossing biedt. Het is mij niet duidelijk geworden welke belangen hier verdedigd worden.

In sommige opzichten is deze analyse nog steeds geldig. Niettemin is er recent een ontwikkeling geweest die nieuwe perspectieven opent:

Nieuw licht op de zaak: de gezamenlijke Toekomstvisie van de stakeholders

In de tweede helft van 2013 hebben de verschillende groeperingen die hier met elkaar als de stakeholders worden aangeduid, enkele malen intensief overleg gehad. Dit overleg heeft geresulteerd in een gezamenlijk document. Op de inhoud van dat document kom ik in het vervolg natuurlijk terug, maar ik stel er prijs op hier nog eens te markeren dat de totstandkoming ervan een enorme stap vooruit betekent in het hele proces. Immers de gezamenlijke visie betekent dat er voortaan één gesprekspartner is voor de gemeente, maar ook voor de HAMAC en voor KE. Het document is in december 2013 besproken met Martin Overbeek en mijzelf, en vervolgens ook doorgezonden naar B&W en gemeenteraad.

De toekomstvisie, men zou haast zeggen het toekomstvisioen voor de Gorsselse Heide, dat geboden wordt luidt als volgt:



Afgezien van het aanlokkelijke toekomstbeeld dat hier wordt geschetst, bevat deze tekst een uiterst belangrijk element, namelijk de de facto erkenning van het bestaan van HAMAC-terrein en kartbaan, ook in de toekomst. Dit betekent ook inhoudelijk een grote stap voorwaarts. Erkenning van het bestaansrecht van beide ‘lawaaimakers’ biedt immers een basis voor gesprekken over de verdere invulling van begrippen als “beperkt in tijd en geluid” en “op een milieuvriendelijke, geluidsarme wijze actief zijn”.
Over het thema ‘ontsluiting HAMAC’ bevat de Toekomstvisie helaas geen verlossend woord.

De relevante passage is:



Vooral de laatste zin is teleurstellend, en vraagt nadere analyse. Inmiddels heeft in het kader van een kavelruilproces er een grondtransactie plaatsgevonden, waardoor het perceel waarover de door de HAMAC gewenste ontsluiting via de Zomerdijk naar de Koekoeksweg zou moeten lopen, door de Vereniging Natuurmonumenten is verkocht aan een particuliere eigenaar. Bij deze transactie is de verplichting opgenomen dat het perceel niet gebruikt mag worden voor of door de naastgelegen motorcrossbaan, e.e.a. als kwalitatieve verplichting op straffe van een dwangsom. Dit beding kan echter wat Natuurmonumenten betreft komen te vervallen, indien alle betrokken partijen in het gebied alsnog in kunnen stemmen met de aanleg van bedoelde toegangsweg. Daarbij is aangegeven dat de partijen uit het gebied zelf tot overeenstemming moeten komen. Natuurlijk laat dit onverlet dat ook de nieuwe grondeigenaar met een eventuele verkoop aan de HAMAC akkoord moet gaan.

Met betrekking tot de kartbaan maakt de Toekomstvisie onderscheid tussen de langere en de korte termijn. Voor de langere termijn wordt gestreefd naar het hierboven genoemde beeld, bij voorkeur door de inzet van electrokarts. Over de korte termijn wordt het volgende geschreven:

GB eindrapport insert3

Ik ben verheugd over deze tekst en denk dat die in beginsel de basis biedt voor een zinvol gesprek, mits alle deelnemers bereid zijn dat zakelijk te voeren en niet te vervallen in het uiten van de bekende verwijten over en weer.

Inmiddels heeft de eigenaar van de kartbaan inhoudelijk gereageerd op bovenstaande tekst, en zijn reactie biedt mijns inziens ruimte voor het openen van een zinvol gesprek.

Mijn conclusies

Mijn belangrijkste conclusie uit het hele proces is dat de verharding van standpunten over en weer, veelal gepaard gaand met krachtige emoties, al jaren het vinden van goede oplossingen voor de Gorsselse Heide en directe omgeving in de weg heeft gestaan. De reële problemen die er zijn, zijn oplosbaar, als alle partijen bereid zijn naar elkaar te luisteren en oplossingsgericht aan het werk te gaan. In deze belangrijkste conclusie ligt natuurlijk tevens mijn belangrijkste aanbeveling!

HAMAC

De vereniging zou graag een rechtstreekse ontsluiting hebben via de Zomerdijk op de Koekoeksweg, en de extra parkeermogelijkheden verleggen naar een terrein dat vanuit de Deventerdijk minder in het zicht ligt. Op deze wijze zal het verkeer op de zandwegen rondom de Gorsselse Heide nog verder afnemen. Deze wensen lijken mij geheel in overeenstemming met het streven de rust op en om het kerngebied van de Heide te bevorderen. Die rechtstreekse ontsluiting is echter recent via een grondtransactie tussen derden bemoeilijkt, zoals hierboven is uiteengezet. Wat nu te doen?
Ik zie vier mogelijkheden:
1. Het alternatieve plan voor de ontsluiting, dat is ontwikkeld door de Stichting Vrienden van de Gorsselse Heide, gaat uit van een ontsluiting van het HAMAC-terrein vanaf de Reeverdijk via een nieuwe weg die tussen het circuit en de Deventerdijk door het bestaande parkeerterrein bereikt. Mijn oordeel over dit plan is negatief. Het doet erg gekunsteld aan met zijn lange kronkelroute en kost onevenredig veel bomen, temeer daar voor het parkeren ook een oplossing “tussen de bomen” wordt gezocht.
2. Er wordt gezocht naar een andere manier om het HAMAC-terrein van de Koekoeksweg te ontsluiten. Hiervoor zijn enkele mogelijkheden verkend, maar die leiden nog niet tot een acceptabele en uitvoerbare oplossing.
3. De ontsluiting van de HAMAC blijft vooralsnog zoals die is, wat geen gewenste eindsituatie is, maar wellicht voorlopig het hoogst haalbare.
4. De naar mijn mening optimale oplossing is op termijn niet geheel uitgesloten. Zij vereist evenwel instemming van alle betrokkenen. Natuurmonumenten heeft verklaard onder die voorwaarde mee te willen werken aan opheffing van bovengenoemd geding. Uiteraard blijft steeds ook medewerking van de nieuwe grondeigenaar noodzakelijk,

Karting Eefde

Om een acceptabele vermindering van de door de kartbaan veroorzaakte geluidshinder te bereiken, zijn in het proces de volgende mogelijkheden aan de orde geweest:

1. Een combinatie van geluidsschermen en uitlaten met geluiddempers. Deze aanpak wordt voorgestaan door de eigenaar van de kartbaan. De omwonenenden zijn er sceptisch over, onder andere omdat het tot nu toe niet gelukt is duidelijkheid te krijgen over de vraag of deze grote investering inderdaad het gewenste doel bereikt. Voor dit plan kan worden uitgevoerd moet over dat laatste punt (de reductie van het geluidsniveau) volstrekte duidelijkheid gegeven kunnen worden. Ook de compensatie (“voor wat hoort wat”) voor deze investering zou problematisch kunnen worden.
2. Het invoeren van electrokarts. Dit wordt bepleit door (een deel van) de omwonenden. De eigenaar van de kartbaan ziet er weinig in, grotendeels van de – nu nog bestaande – technische problemen rond electrokarts. Hij wordt hierin ook gesteund door deskundigen.
3. De benadering uit de Toekomstvisie van omwonenden, waarin de volgende passage voorkomt (zie ook hierboven):

“Er is bereidheid tot uitbreiding van survival- en klimbosactiviteiten en aanpassing van de horecavergunning tot een voor de activiteiten ondersteunende toereikende omvang mits tegelijkertijd de gebruikssituatie wordt teruggebracht tot de hoofdlijnen van vóór 2009 (gebruik van huurkarts met een beperkt geluid van dinsdag t/m zondag, maximaal 5 weekenden per jaar toestaan van wedstrijd-/privékarts.”

In combinatie met het gegeven dat de eigenaar van de kartbaan hierop inmiddels een inhoudelijke reactie heeft gegeven en zich bereid heeft verklaard tot gesprekken om tot een “acceptabel compromis” te komen, zou deze passage van de Toekomstvisie een onderhandelingsbasis kunnen bieden. Daar moet dan ook bij betrokken worden een schatting van de bedrijfsschade die Karting Eefde zou oplopen door reductie van het lucratieve gebruik van de privékarts, alsmede een schatting van de extra-opbrengst die verruiming van de horecavergunning met zich meebrengt.

Als het niet lukt om via de weg van de redelijkheid tot zo’n voor alle partijen – min of meer – acceptabele oplossing te komen, moet m.i. de Gemeente Lochem overwegen om een oplossing langs publiekrechtelijke weg af te dwingen. Hiervoor bestaan mogelijkheden die evenwel pas in laatste instantie ingezet moeten worden.

Aanbevelingen

1. Laat de Marke Gorsselse Heide vooral doorgaan met haar belangrijke en succesvolle werk om tot herstel van de natuurwaarden op de Gorsselse Heide te komen.
2. Het streven om tot een betere ontsluiting van het HAMAC-terrein te komen kan alleen maar slagen als alle berokken partijen overeenstemming bereiken over een oplossing. Zolang dat niet lukt, zal de situatie zo moeten blijven als die nu is.
3. Er liggen kansen om een voor alle partijen aanvaardbaar compromis te bereiken over geluidsniveaus en bedrijfsvoering van Karting Eefde. Ik adviseer de gemeente te bevorderen dat het gesprek daarover ook daadwerkelijk gevoerd wordt.
4. Als het onder 3. genoemde gesprek inderdaad tot resultaten leidt is het aan de gemeente Lochem om die resultaten ook publiekrechtelijk vast te leggen in wijzigingen van de vigerende milieu- en horecavergunning en het bestemmingsplan. Hierbij moet nadrukkelijk aandacht worden gegeven aan het in de toekomst voorgeschreven maximale (lagere!) geluidsniveau en de handhaafbaarheid van de nieuwe regels.
5. In verband met de rust rond het gebied voor omwonenden en recreanten is het belangrijk dat er een duidelijke en handhaafbare regeling komt voor de routering naar de kartbaan (Harfsensesteeg – Elzerdijk) en het HAMAC-terrein (Koekoeksweg -Reeverdijk – Deventerdijk).
6. Als sluitstuk van het hele proces moet de gemeente Lochem een toekomstvisie op de Gorsselse Heide vaststellen die duidelijk maakt hoe dit waardevolle gebied ook voor toekomstige generaties zijn waarde minstens zal kunnen behouden.

Ten slotte

Mijn rol als procesbegeleider komt met dit eindrapport tot een afsluiting. Ik hoop met het bovenstaande de gemeente Lochem, de “stakeholders”, de Vereniging HAMAC en Karting Eefde voldoende stof tot nadenken gegeven te hebben om nu daadwerkelijk tot oplossingen te komen. De mogelijkheden daarvoor zijn zeker voorhanden, maar ik hoop dat de bereidheid om die oplossingen ook gericht na te streven eveneens aanwezig is. Als uiteindelijk mocht blijken dat dat niet het geval is, krijgen de hierboven in de inleiding geciteerde vragen een ongewenst antwoord, en zal de gemeente Lochem in alle zorgvuldigheid haar verantwoordelijkheid moeten nemen. Tot slot bedank ik wethouder Jan Kottelenberg voor zijn belangstelling en oprechte wens en inzet om de problemen rond de Gorsselse Heide tot een oplossing te brengen; Martin Overbeek voor zijn niet aflatende bereidheid om samen met mij gesprekken te voeren en mee te denken in het proces; en alle gespreksdeelnemers, die steeds bereid en in staat bleken met mij “on speaking terms” en constructief te blijven, ondanks de inhoudelijke meningsverschillen die in zo’n proces onvermijdelijk zijn. Ik vertrouw erop dat het proces zoals tot nu toe gevoerd zal bijdragen aan een nog betere toekomst voor die prachtige natuurparel, ons aller Gorsselse Heide!

Adriaan van Oosten, procesbegeleider Gorsselse Heide
Zutphen, 13 maart 2014

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb